'Ik hoef hem nooit te verliezen, tenzij ik dat zelf verkies'
'Mijn twee grote liefdes (Wimie, Tijger) zijn niet te gronde gegaan aan mijn revisme, maar aaan mijn alkoholisme. Je zoude tegen jezelf moeten zeggen: "Ik houd van die man. Die man heeft meer voor mij over dan wie ook. Hij zit opgesloten in een voor mij vreemde wereld van mystiek, verering van de Natuur, van God, van Diens Moeder, en er zijn heel diep in hem dingen waarover hij misschien nooit met mij zal praten. Maar in zoverre hij zich kàn geven, geeft hij zich aan mij. Zijn seksuele roes is gekoppeld aan buitensporige voorstellingen, maar ik behoef slechts een paar sleutelwoorden uit te spreken en een paar knoppen van dat register in te drukken en hij behoort mij toe: ik behoef hem nooit te verliezen, tenzij ik dat zelf verkies" '
Gerard Reve in: Brieven aan Matroos Vosch 1975-1992 Amsterdam/Antwerpen 1997 p.226, 227
zondag, mei 28, 2006
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten