zaterdag, september 20, 2003

Zoude God ooit een mens verlaten?

'Mijn moeder stierf betrekkelijk jong, omdat ik niet voldoende van haar hield. Mijn vader overleefde haar zestien jaren en stierf oud, omdat ik al vroeg een hekel aan hem kreeg en hem tenslotte haatte. (Ik keur dit niet goed, maar het is zo) Verder ben ik niet tegen de dood, zoals zo veel domme mensen. Het werkelijke probleem is de verlatenheid. Alleen zijn is meestal nog wel te dragen, het zich verlaten weten nooit. Ik vroeg mij af hoe God Zich gevoelde, en of God ooit een mens of enig ander schepsel zoude verlaten. Maar ik liet de vragen wederom rusten, want ik had er geen verstand van.'

Gerard Reve, in: Het Boek Van Violet En Dood , Amsterdam/Antwerpen 1996, p. 29

vrijdag, september 19, 2003

Alleen: wij weten het niet

"Alles is van te voren bepaald", zegt Monsieur Ecclésiaste alias de Houtkoning, als hij mijn vertrek onder protest heeft aanvaard.
"Alles is van te voren bepaald. Alleen: wij weten het niet."

Gerard Reve, in Een eigen Huis , Amsterdam/Brussel MCMLXXIX, p.119

dinsdag, september 16, 2003

"Dank U Majesteit"

"Ken jij de Koningin echt? "Ja, ik kwam met Hare Majesteit in kennis op een groot feest, een hofbal, een jaar of wat geleden. Ik houd niet van dat soort evenementen, om je de waarheid te zeggen, maar je maakt deel uit van een geheel, de samenleving, je medemensen, en je kunt je niet altijd afzijdig houden. Dus ging ik er heen. Ik ben een heel matig danser. De Koningin houdt er ook niet van
.....
Zo ontmoette ik de Koningin. Ze is een erg lieve vrouw...."

Toen we elkaar voor het laatst ontmoetten, vroeg ze nog: "Dit blijft toch binnen deze muren, en binnen de groene wanden van dit geboomte? " "Ik heb nooit anders gedacht, Majesteit.". "Ach, later, Mijnheer, later..als wij beiden oud zijn geworden... spreekt en schrijft er U n vrijelijk over, zoals Uw hart U ingeeft."
"Dank U, Majesteit."

In: Gerard Reve, De Taal der Liefde, Amsterdam 1972

maandag, september 15, 2003

Wiegelied



Wiegelied

Ik ging nuchter naar bed, en kon niet slapen.
Toen ik tenslotte sliep, dreunde het huis
en worstelde ik met iemand.
Niet tot de ochtend: toen ik weer wakker werd, was het
nog nacht.
Ook wist ik niets van een zegen.

Gerard Reve, Verzamelde Gedichten, Amsterdam 1987


zondag, september 14, 2003

Een lied op de lippen

'Ik ga met een lied op de lippen door het leven, maar word periodiek geteisterd door inzinkingen, vooral als 'de dingen' niet mede lopen. Nu is dat niets bizonders, half Nederland is depressief..'

In: Gerard Reve, Brieven aan Bram P., Amsterdam 2003
 
Tweets van @Revetwalender