Symbolen (4)
'De symboliek van het schip heeft mij altijd overweldigd.'
"Ik heb altijd graag aan een haven of aan zee willen wonen. De symboliek van het schip heeft mij altijd overweldigd: het leven én de dood is het, geloof ik; man én vrouw; land én water, steeds allebei -iets zeer totaals en tevens dynamies drukt het uit."
Gerard Reve in Het Lieve Leven Amsterdam 1974 p. 88
zaterdag, mei 27, 2006
vrijdag, mei 26, 2006
Symbolen (3)
'Alle dingen, en ook wij, zijn de openbaring Gods, en moeten als symbool gezien worden'
'Ons leven heeft geen zin in zichzelf: het krijgt pas zin, als wij God er in herkennen. Wij zijn 'alleen maar God', om het ietwat paradoksaal uit te drukken. Alle dingen, en ook wij, zijn de openbaring Gods, en moeten als symbool gezien worden, als je begrijpt wat ik bedoel.'
Gerard Reve, in Brieven aan Frans P. 1965-1969 Utrecht MCMLXXXIV p.75
'Alle dingen, en ook wij, zijn de openbaring Gods, en moeten als symbool gezien worden'
'Ons leven heeft geen zin in zichzelf: het krijgt pas zin, als wij God er in herkennen. Wij zijn 'alleen maar God', om het ietwat paradoksaal uit te drukken. Alle dingen, en ook wij, zijn de openbaring Gods, en moeten als symbool gezien worden, als je begrijpt wat ik bedoel.'
Gerard Reve, in Brieven aan Frans P. 1965-1969 Utrecht MCMLXXXIV p.75
donderdag, mei 25, 2006
Symbolen (2)
'Ik vrees, dat symboolblinde mensen niet te veranderen zijn'
'Ik vrees, dat symboolblinde mensen niet te veranderen zijn. Ik kan alle dingen als symbool zien- hoe kan men ze ooit anders beschouwen? Ik las laatst, met zekere ontroering, de legende van St. Christofoor, een geheel legendarische heilige. Hij was een reus, die gaarne God, de wereld & de mensen op een of andere wijze wilde dienen.
God raadde hem aan, mensen op zekere plek in een rivier, van de ene oever naar de andere te dragen. Christofoor deed dit welgemoed. Op zekere dag kwam een klein kind aan de oever, dat naar de overkant wilde, maar dat geen geld had. Dit kon de goedige Christofoor niet schelen, & hij zette het nietige, kleine kindje op zijn schouders. Bij zijn voortschrijden door de rivier merkte hij, dat het kind steeds zwaarder werd. In het midden van de rivier was de last haast ondraaglijk geworden, & tenslotte wist Christofoor met alleruiterste inspanning, volkomen uitgeput, op het nippertje nog de andere oever te bereiken. Hier maakte het kind zich als Christus bekend. 'Ik had dat kind een rotklap gegeven', was Hanny haar kommentaar. Ik vind het verhaal even ontroerend als duidelijk in zijn betekenis: het wil zeggen, dat wie Christus wil dragen (uitdragen) in de wereld, zelfs als lichamelijke reus & moreel superieur mens (gratis overzetten) door de stroom des levens wordt overspoeld & bedreigd.
Gerard Reve in Brieven aan Josine M. 1959-1975, Amsterdam 1981 p. 220,221
'Ik vrees, dat symboolblinde mensen niet te veranderen zijn'
'Ik vrees, dat symboolblinde mensen niet te veranderen zijn. Ik kan alle dingen als symbool zien- hoe kan men ze ooit anders beschouwen? Ik las laatst, met zekere ontroering, de legende van St. Christofoor, een geheel legendarische heilige. Hij was een reus, die gaarne God, de wereld & de mensen op een of andere wijze wilde dienen.
God raadde hem aan, mensen op zekere plek in een rivier, van de ene oever naar de andere te dragen. Christofoor deed dit welgemoed. Op zekere dag kwam een klein kind aan de oever, dat naar de overkant wilde, maar dat geen geld had. Dit kon de goedige Christofoor niet schelen, & hij zette het nietige, kleine kindje op zijn schouders. Bij zijn voortschrijden door de rivier merkte hij, dat het kind steeds zwaarder werd. In het midden van de rivier was de last haast ondraaglijk geworden, & tenslotte wist Christofoor met alleruiterste inspanning, volkomen uitgeput, op het nippertje nog de andere oever te bereiken. Hier maakte het kind zich als Christus bekend. 'Ik had dat kind een rotklap gegeven', was Hanny haar kommentaar. Ik vind het verhaal even ontroerend als duidelijk in zijn betekenis: het wil zeggen, dat wie Christus wil dragen (uitdragen) in de wereld, zelfs als lichamelijke reus & moreel superieur mens (gratis overzetten) door de stroom des levens wordt overspoeld & bedreigd.
Gerard Reve in Brieven aan Josine M. 1959-1975, Amsterdam 1981 p. 220,221
woensdag, mei 24, 2006
Symbolen (1)
'Dat is het treurige, dat de mensen zo beperkt zijn..'
"De mensen onderschatten het symbool. Je hoort de mensen zo vaak spreken, dat is maar symbool, terwijl het symbool veel groter is dan de tastbare werkelijkheid, veel omvattender. Dat is het treurige, dat de mensen zo beperkt zijn, zo'n klein Godsbegrip hebben, dat ze zich bedreigd voelen, als je als symbool een bepaald dier kiest of een bepaalde relatie, een bepaalde sexuele handeling symboliseert....
God is het meest wezenlijke, het meest weerloze, het meest ontoegankelijke in onszelf.
God is de allesdoordringende, alles verzoenende, alles éénmakende liefde, die alle verstand te boven gaat. Dat is God. God is geen ding. God is het enige wezen, dat het bestaan niet nodig heeft om zich te openbaren. Het Koninkrijk Gods is binnen in u, dat staat er hè."
Gerard Reve, in Schoon Schip 1945-1984 Amsterdam MCMLXXXIV p.169
'Dat is het treurige, dat de mensen zo beperkt zijn..'
"De mensen onderschatten het symbool. Je hoort de mensen zo vaak spreken, dat is maar symbool, terwijl het symbool veel groter is dan de tastbare werkelijkheid, veel omvattender. Dat is het treurige, dat de mensen zo beperkt zijn, zo'n klein Godsbegrip hebben, dat ze zich bedreigd voelen, als je als symbool een bepaald dier kiest of een bepaalde relatie, een bepaalde sexuele handeling symboliseert....
God is het meest wezenlijke, het meest weerloze, het meest ontoegankelijke in onszelf.
God is de allesdoordringende, alles verzoenende, alles éénmakende liefde, die alle verstand te boven gaat. Dat is God. God is geen ding. God is het enige wezen, dat het bestaan niet nodig heeft om zich te openbaren. Het Koninkrijk Gods is binnen in u, dat staat er hè."
Gerard Reve, in Schoon Schip 1945-1984 Amsterdam MCMLXXXIV p.169
dinsdag, mei 23, 2006
Geef het een naam (2)
Het grote, diepe woud dat geen einde kent, en de eindeloze zee die in de diepte zwart wordt, daaruit komt alles voort, maar het is zoveel dat het je dreigt te overspoelen: de struiken grijpen je en houden je vast, en boven je sluiten zich de wateren. Maar geef het een naam en het zal je, dankbaar voor die naam, voortaan dienen en voeden. Ik noem het M., en brand er kaarsen voor, terwijl ik werk. Laat, heel laat ontdekte ik dit alles. Toch is mij heel veel gegeven geworden.
"Gerard Reve, in Brieven aan Simon Carmiggelt, Utrecht/Antwerpen 1988. p.87
Het grote, diepe woud dat geen einde kent, en de eindeloze zee die in de diepte zwart wordt, daaruit komt alles voort, maar het is zoveel dat het je dreigt te overspoelen: de struiken grijpen je en houden je vast, en boven je sluiten zich de wateren. Maar geef het een naam en het zal je, dankbaar voor die naam, voortaan dienen en voeden. Ik noem het M., en brand er kaarsen voor, terwijl ik werk. Laat, heel laat ontdekte ik dit alles. Toch is mij heel veel gegeven geworden.
"Gerard Reve, in Brieven aan Simon Carmiggelt, Utrecht/Antwerpen 1988. p.87
maandag, mei 22, 2006
Geef het een naam (1)
'Alles is een kwestie van namen geven. (' Om aan 't vergaan te geven duizend namen/ Schoonheid te vieren met een blijvend lied'. Herman Gorter: De School der Poëzie, dacht ik.) Deze tijd kent geen namen meer. Zodra iets een naam heeft, is het bezworen. Ik vocht vele, vele jaren tegen de fles, maar ik wist niet hoe die heette, en daarom kon ik de strijd niet winnen. Ik kon niet achter de naam komen. Tot ik besefte dat het de Satan was, de ongelukkige, die mij in zijn wanhoop scheiden wilde van God, en mij aan Hem wilde doen twijfelen. Nu ik zijn naam ken, heeft hij geen macht meer over me."
Gerard Reve, in Brieven aan Simon Carmiggelt, Utrecht/Antwerpen 1988. p.87
'Alles is een kwestie van namen geven. (' Om aan 't vergaan te geven duizend namen/ Schoonheid te vieren met een blijvend lied'. Herman Gorter: De School der Poëzie, dacht ik.) Deze tijd kent geen namen meer. Zodra iets een naam heeft, is het bezworen. Ik vocht vele, vele jaren tegen de fles, maar ik wist niet hoe die heette, en daarom kon ik de strijd niet winnen. Ik kon niet achter de naam komen. Tot ik besefte dat het de Satan was, de ongelukkige, die mij in zijn wanhoop scheiden wilde van God, en mij aan Hem wilde doen twijfelen. Nu ik zijn naam ken, heeft hij geen macht meer over me."
Gerard Reve, in Brieven aan Simon Carmiggelt, Utrecht/Antwerpen 1988. p.87
zondag, mei 21, 2006
Het weer van alle mensen (II)
"Men moet dan denken aan vroeger en men gevoelt zich zeer sterfelijk"
"Wat is overigens dan dat 'weder van alle mensen'? Het heeft iets onbestemds. Het is dan vrijwel windstil, en het is noch zeer koud noch zeer warm. Af en toe breekt de zon door, doch slechts voor heel kort en met een beknepen, okeren licht. Tegelijkertijd met die kortstondige verschijning van de zon verheft zich heel even een windvlaag, die proppen papier, zand en stof op de grond doet rondwervelen. Men moet dan denken aan vroeger en men gevoelt zich zeer sterfelijk."
Gerard Reve in Zondagmorgen zonder zorgen Amsterdam/Antwerpen 1995 p.80
"Men moet dan denken aan vroeger en men gevoelt zich zeer sterfelijk"
"Wat is overigens dan dat 'weder van alle mensen'? Het heeft iets onbestemds. Het is dan vrijwel windstil, en het is noch zeer koud noch zeer warm. Af en toe breekt de zon door, doch slechts voor heel kort en met een beknepen, okeren licht. Tegelijkertijd met die kortstondige verschijning van de zon verheft zich heel even een windvlaag, die proppen papier, zand en stof op de grond doet rondwervelen. Men moet dan denken aan vroeger en men gevoelt zich zeer sterfelijk."
Gerard Reve in Zondagmorgen zonder zorgen Amsterdam/Antwerpen 1995 p.80
Abonneren op:
Posts (Atom)