woensdag, april 11, 2007



"Want de mens is ‘als gras, dat gisteren was, en morgen hooi is op de tas.’ "

" De trein, doem, doem, reed rustig voort, van sombre plaats naar droevig oord. De jongen was weg, en ik dacht dat het wel voorgoed zoude zijn. Hij is inderdaad nooit meer teruggekomen, terwijl hij daar tweeënvijftig jaar de tijd voor heeft gehad. Men huivert bij die gedachte, als men er even bij stilstaat. Zoude hij nog in dit leven zijn? Maar dan zoude hij veel minder aantrekkelijk zijn dan toen. Kaal, op zijn kop, bedoel ik, dat is wel het minste, misschien zelfs met allemaal kleine bultjes. O, die gouden jongenslokken! Hoe meer iets schittert en blinkt, hoe sneller het tot stof en as wordt, die verstuiven op de wind. Want de mens is ‘als gras, dat gisteren was, en morgen hooi is op de tas.’ "

Gerard Reve in Het Boek Van Violet En Dood Amsterdam/Antwerpen 1996 p. 189

zondag, april 08, 2007


foto E.H. april 2007

08-04-2006 - 08-04-2007

'Ik weet, dat mijn Verlosser leeft'

Ik had ten zeerste gedachten, dat weet ik nog goed. Ik dacht eerst ik weet dat mijn Verlosser leeft. Daar begon het mede. En toen dacht ik ik weet dat mijn Bruine Liefdesprins op mij zal wachten en ik op hem, hier of aan gene zijde, waar Liefde en Dood één worden in een eeuwig Geheim. En het zal gezien worden hoe de engelen ons wassen tot wij wederom jong en schoon zijn, en ons rijstepap voeren met zilveren lepels. En de hemel gaat toe.

Gerard Reve in Het Boek Van Violet En Dood Amsterdam 1996 p.86

zie ook:
http://gerardreve.web-log.nl/gerardreve/2007/04/een_bezoek_aan_.html
 
Tweets van @Revetwalender