Icare! Icare!
'We staarden, terwijl het snel donkerder begon te worden, lange tijd voor ons uit, zonder iets te zeggen. De mens kon plannen maken zoveel hij wilde, maar je kon erop rekenen dat er niets van terecht kwam. Het revisme had weer een gevoelige klap gekregen: ook hij was mij ontsnapt, voorgoed, die zeer ondeugende, gevleugelde lieveling en stouterd (Icare! Icare!), zoals na hem nog wel deze en gene zouden volgen, al wist niemand wie het zouden zijn. '
Gerard Reve in: Nader tot U, Amsterdam 2001, p.133
zaterdag, oktober 11, 2003
vrijdag, oktober 10, 2003
maandag, oktober 06, 2003
zondag, oktober 05, 2003
"In Hem bewoog en leefde ik"
'God had het zo gesteld, dat ik veroordeeld of geroepen was, de enig werkelijke Liefde en geen andere te zoeken, waarbij ik haar nooit anders dan uit de verte zoude mogen zien, onherkenbaar vervormd 'in de spiegel van een duistere rede', en nooit 'van aangezicht tot aangezicht', en haar nooit zoude mogen aanraken, net zo min als enig mens God kon zien of aanraken en kon leven. Zo zat het en niet anders. Het was min of meer mijn hel, of op zijn minst mijn vagevuur, en onbegrijpelijk, mijn begrip en dat van ieder mens te boven gaand, maar Hij had het, in Zijn onmetelijke genade jegens mij, aldus beschikt, en daarom was het goed...In Hem 'bewoog' -ik grinnikte even bij dit woord, dubbelzinnig als het op dit ogenblik was- 'en leefde' ik, uitverkoren om op volmaakte wijze te mogen gehoorzamen aan Zijn wil. "Geloofd weze Zijn naam'..'
Gerard Reve, in Moeder en Zoon, Amsterdam/Antwerpen MCMLXXX p.182
'God had het zo gesteld, dat ik veroordeeld of geroepen was, de enig werkelijke Liefde en geen andere te zoeken, waarbij ik haar nooit anders dan uit de verte zoude mogen zien, onherkenbaar vervormd 'in de spiegel van een duistere rede', en nooit 'van aangezicht tot aangezicht', en haar nooit zoude mogen aanraken, net zo min als enig mens God kon zien of aanraken en kon leven. Zo zat het en niet anders. Het was min of meer mijn hel, of op zijn minst mijn vagevuur, en onbegrijpelijk, mijn begrip en dat van ieder mens te boven gaand, maar Hij had het, in Zijn onmetelijke genade jegens mij, aldus beschikt, en daarom was het goed...In Hem 'bewoog' -ik grinnikte even bij dit woord, dubbelzinnig als het op dit ogenblik was- 'en leefde' ik, uitverkoren om op volmaakte wijze te mogen gehoorzamen aan Zijn wil. "Geloofd weze Zijn naam'..'
Gerard Reve, in Moeder en Zoon, Amsterdam/Antwerpen MCMLXXX p.182
Abonneren op:
Posts (Atom)