U moet helder, en zo eenvoudig mogelijk schrijven: nooit
iets ingewikkeld maken, wat eenvoudig is. Geen moeilijke woorden gebruiken
zoals depersonificatie, frustratie,
libido e.d.
Gerard Reve, in Brieven
van een aardappeleter Amsterdam/Antwerpen 1993 p 126
2. Onderwerp
Voorts moet U niet denken, dat U het onderwerp buiten Uw
eigen leven en gezichtskring zoudt moeten zoeken. Dus niet het eerste hoofdstuk
laten spelen in Brussel, het tweede in Hongkong, ect. Kijkt U eens uit het
raam, en telt U eens de woningen die U zien kunt: dat getal is het aantal
menselijke dramaas, dat voor het grijpen ligt. Zoals God in ons woont, of
nergens, zo draagt U Uw onderwerp in Uzelf mede – Het is niet buiten U,
nergens. U moet niet, wat Uzelf hebt doorgemaakt, te gering achten om neer te
schrijven, maar U moet ook niet denken, dat wat U doorleefd hebt, uniek is.
Alles is reeds ontelbare malen, eerder geweest en gebeurd.
Gerard Reve, in Brieven
van een aardappeleter Amsterdam/Antwerpen 1993 p 126
3. Begrijpelijk schrijven, met een kop en een staart
Voorts moet U begrijpelijk schrijven, met een kop en een
staart. Bijvoorbeeld niet beginnen met: ‘Daarom ging hij niet naar het feest’,
want de lezer zal meteen de spet inkrijgen en zich afvragen: ‘Waar slaat dat
“daarom” op? Wie is die “hij”? en wat is dat voor een kolerefeest? U zoudt
bijvoorbeeld kunnen beginnen met: ‘Hoewel hij weinig zin had, en zich grieperig
voelde, ging Frans Ottersen, scholier van de vijfde klas van het gymnasium in
Zwolle, toch naar het feestje dat zijn broer Hans, eerstejaars-student in de
medicijnen, die op kamers in Amsterdam woonde’, ect. Alles zo eksakt mogelijk:
hoe meer vastgelegd in de tijd Uw gegevens zijn – eventueel zelfs met precieze
data – hoe tijdlozer Uw geschrift wordt, merkwaardigerwijs.
Gerard Reve, in Brieven
van een aardappeleter Amsterdam/Antwerpen 1993 p 126,127
4. Vul uw werk niet met zelfbeklag
Vul uw werk niet met zelfbeklag: U moet Uw ellende
gebruiken, verwerken, dienstbaar maken aan Uw werk, en niet medelijden proberen
te wekken bij Uw lezer. Die heeft zelf al ellende genoeg en wordt er door
afgestoten. Maar als U Uw leed door Uw geschrift een universele geldigheid
zoudt weten te geven, dan ervaart de lezer zijn eigen treurnis ook als iets
groots, universeel geldigs en kostbaars en is hij U dankbaar.
Gerard Reve, in Brieven
van een aardappeleter Amsterdam/Antwerpen 1993 p 127
5. Wees scherp in Uw blik, doch mild in Uw oordeel
Verder geldt Tolstojs vermaning: ‘Wees scherp in Uw blik,
doch mild in Uw oordeel.’ Verdoezel niets, maar zie hen, die U kwaad hebben
gedaan -als U dat kunt opbrengen- als slachtoffers van eenzelfde lot. En
misbruik Uw werk niet om wraak te nemen op mensen, die niet schrijven en zich
niet verweren kunnen…Daar is literatuur niet voor, vind ik.
Gerard Reve, in Brieven
van een aardappeleter Amsterdam/Antwerpen 1993 p 127