zaterdag, november 01, 2003

Onzalige okeren gloed



'Het licht, het licht was er weder. die onzalige okeren gloed des daags die ik al eerder heb beschreven, die elke hoop of verwachting futiel maakte. Geen syndroom in een psychisch verrekijkprogramma maar gewoon moeder waarom leven wij. Dit licht beroofde alle dingen van elke betekenis. Welke zin en welk doel konden dit land en dit volk nog hebben? "

Gerard Reve, in Het Boek Van Violet En Dood, Amsterdam/Antwerpen 1996, p.103

vrijdag, oktober 31, 2003

Uit de diepten..



Uit de Diepten. O Geest, Gij die nooit te vergeefs gezocht wordt, ook indien Gij nimmer gevonden wordt, wil u toch aan mij openbaren. Indien het uw stem is, zal ik hem herkennen en weten, dat Gij het zijt, die spreekt.

Gerad Reve: in Nader tot U, Amsterdam 2001

donderdag, oktober 30, 2003

Niet mislukt, maar ontsnapt.

Maar intussen heb ik een droevige jeugd gehad. Mislukt op school, te weten het gymnasium, wat overigens geen sportschool is. In sport en balspel was ik trouwens ook niets waard. Het besef van mislukt te zijn, is mij heel lang blijven achtervolgen. Pas heel laat zag ik in, dat een academische carrière mijn ondergang zoude hebben betekend.
Ik ben niet mislukt, geloof ik, maar ontsnapt.

Gerard Reve, Het boek van violet en dood Amsterdam/Antwerpen 1996, p.19

woensdag, oktober 29, 2003

Verborgenheid..

"Verborgenheid Verzegeld Onuitsprekelijk
Onmetelijk De Stilte Offer
De Diepten Weerloos De Nacht
met deze en geen andere woorden moet dit boek aanvangen...""

in: Gerard Reve Verzameld Werk deel 6 Amsterdam/Antwerpen 2001 p.412


dinsdag, oktober 28, 2003

Verlangen



" 't Hijgend hert der jacht ontkomen,
Dorst niet sterker naar 't genot
Van de frisse waterstromen,
Dan mijn ziel verlangt naar God"


"Als titel van mijn jongste liefdes- en avonturenroman heb ik enkele woorden gekozen uit Gods Eeuwig Woord,
te weten uit de berijmde versie van de beroemde psalm 42.."

G.R. in: Het hijgend hert, Amsterdam/Antwerpen 1998, in Verantwoording van een roman


maandag, oktober 27, 2003

Troost Mij in Mijn lijden, blijf bij Mij in Mijn eenzaamheid

'Waait het zo hard?' vroeg ik.
'Het waait helemaal niet, Gerard', zeide Lambert S., even zijdelings naar mij opblikkend. 'Heb je het koud?'
'Ja...'Maar het waaide toch wel degelijk?...Ik gevoelde een felle bries langs mijn gezicht en door mijn haren strijken...En ik hóórde de wind...Ik keek rond...Noch in de toppen van de struiken, noch in de wilgen aan de slootkant, noch hoog in de populieren verderop was enige beweging of slechts trilling waar te nemen...En toch hoorde ik iets...Het knapte en ruiste in mijn oren...Ergens in mijn hoofd nam het gedruis toe...Er sprak iemand...Ik?.. Lambert S.?..
Neen, geen van ons beiden deed een mond open...
In mijn strottenhoofd, of in mijn keel, trilde het...: 'Troost Mij in Mijn lijden, blijf bij Mij in mijn eenzaamheid', sprak een stem..Wat gebeurde er?..Wie was dat..?

In Gerard Reve,Moeder en Zoon Amsterdam/Antwerpen MCMLXXX , p.274

zondag, oktober 26, 2003

'We zijn allemaal maar gewone mensen'



' "Zou God echt bestaan, vraag ik volledigheidshalve..." "Dat soort dingen..." antwoordt Vader Bel, terwijl hij lichtelijk afwijzend het hoofd schudt. "Dat soort dingen, daar bemoei ik me niet mee. Je hebt je werk, en de zon zchijnt. En we zijn allemaal maar gewone mensen."
Inderdaad, bedenk ik, nadat ik ietwat beschaamd afscheid heb genomen: ik heb mijn werk, want ik moet wederom met gezwinde spoed voortarbeiden aan mijn nieuwe wereldboek en liefdesroman; en inderdaad daalt de weldadige straling ener milde herfstzon op ons neder, en wie weet, zijn wij allemaal maar gewone mensen.'

Gerard Reve in: Een eigen huis Amsterdam/Brussel MCMLXXIX p.126