'De Geest heeft mijn hand geleid.'
"Ik ben vaak somber gesteld over de waarde en zin van mijn werk, maar van enkele tientallen regels durf ik, soms, te geloven dat, bij het neerschrijven ervan, de Geest mijn hand heeft geleid."
Gerard Reve in Pleitrede Voor het Hof, opgenomen in Een Eigen Huis Amsterdam/Brussel MCMLXXIX p. 201
zaterdag, juni 03, 2006
vrijdag, juni 02, 2006
'De Geest zelve, die zich aan mij openbaart.'
"Niettemin zegt mij een stem, dat hij geschreven moet worden. En indien ik mocht vermoeden, dat het de Geest zelve is, die zich aan mij openbaart, dan beloof ik u, dar ik deze kamer drie dagen lang niet zal verlaten anders dan om in de schemering snel voedsel te vergaren, en dat ik zal blijven voortschrijven, hoe gering ook de kans moge zijn dat deze brief gereed komt en verzonden zal worden."
Gerard Kornelis van het Reve, in Op Weg Naar Het Einde, Amsterdam 1966 p. 141
"Niettemin zegt mij een stem, dat hij geschreven moet worden. En indien ik mocht vermoeden, dat het de Geest zelve is, die zich aan mij openbaart, dan beloof ik u, dar ik deze kamer drie dagen lang niet zal verlaten anders dan om in de schemering snel voedsel te vergaren, en dat ik zal blijven voortschrijven, hoe gering ook de kans moge zijn dat deze brief gereed komt en verzonden zal worden."
Gerard Kornelis van het Reve, in Op Weg Naar Het Einde, Amsterdam 1966 p. 141
donderdag, juni 01, 2006
woensdag, mei 31, 2006
‘De vrouw heerst, altijd en eeuwig....’
“De vrouw heerst, altijd en eeuwig, en een Vrouw kookt, bakt en serveert ten slotte de goddelijke prak der Genade. Als haar zoon onbereikbaar is geworden, kun je je altijd nog tot Haar wenden. Daarom is het Rooms katholieke geloof ook het ware geloof, heb ik de indruk. Het is een vrouwelijke religie, en haar kerk noemt zich dan ook onze Moeder.”
Gerard Reve in Brieven aan mijn lijfarts 1963-1980 Amsterdam/Antwerpen 1991 p.94
“De vrouw heerst, altijd en eeuwig, en een Vrouw kookt, bakt en serveert ten slotte de goddelijke prak der Genade. Als haar zoon onbereikbaar is geworden, kun je je altijd nog tot Haar wenden. Daarom is het Rooms katholieke geloof ook het ware geloof, heb ik de indruk. Het is een vrouwelijke religie, en haar kerk noemt zich dan ook onze Moeder.”
Gerard Reve in Brieven aan mijn lijfarts 1963-1980 Amsterdam/Antwerpen 1991 p.94
dinsdag, mei 30, 2006
Groenten en aardappelen(2)
'Veel groente en weinig aardappelen, dat eet voor een man niet zo lekker.'
"Trouwens, alsof het niet juist de kleine, zo vaak onopgemerkt blijvende en te weinig gewaardeerde dingen in het leven zijn, die dit zijn inhoud geven! Alsof ik het zelf helpen kan, dat ik de herinnering, onuitwisbaar, van bijna negen en twintig jaar geleden met mij meedraag, toen een vrouw, op een woensdagmiddag in oktober, in de portiek van Ploegstraat 109, 111, of 113 -ik vertrouw dat de lezer mij terzake van het exacte huisnummer niet zal bemoeilijken, want men kan toch bezwaarlijk eisen dat ik het in dit weer, met mijn zieke lichaam, ga verifiëren -bij een herfstige, droge atmosfeer en een lauwe, onstuimige wind (opnieuw het 'weer van alle mensen', tegen een andere vrouw opmerkte: 'Veel groente en weinig aardappelen, dat eet voor een man niet zo lekker.'"
Gerard Kornelis van het Reve in Op Weg Naar het Einde, Amsterdam 1966 p. 53
'Veel groente en weinig aardappelen, dat eet voor een man niet zo lekker.'
"Trouwens, alsof het niet juist de kleine, zo vaak onopgemerkt blijvende en te weinig gewaardeerde dingen in het leven zijn, die dit zijn inhoud geven! Alsof ik het zelf helpen kan, dat ik de herinnering, onuitwisbaar, van bijna negen en twintig jaar geleden met mij meedraag, toen een vrouw, op een woensdagmiddag in oktober, in de portiek van Ploegstraat 109, 111, of 113 -ik vertrouw dat de lezer mij terzake van het exacte huisnummer niet zal bemoeilijken, want men kan toch bezwaarlijk eisen dat ik het in dit weer, met mijn zieke lichaam, ga verifiëren -bij een herfstige, droge atmosfeer en een lauwe, onstuimige wind (opnieuw het 'weer van alle mensen', tegen een andere vrouw opmerkte: 'Veel groente en weinig aardappelen, dat eet voor een man niet zo lekker.'"
Gerard Kornelis van het Reve in Op Weg Naar het Einde, Amsterdam 1966 p. 53
maandag, mei 29, 2006
Groenten en aardappelen(1)
'Ik heb ontdekt, dat het literair van belang is, wat een huisvrouw in een bepaald jaar, in een bepaalde portiek, verklaart aangaande de verhouding, in hoeveelheid, tussen groenten & aardappelen op een bord. Die ontdekking heeft mij jaren gekost, maar die stuur ik je gratis & voor niks, gewoon als kunstbroeder aan kunstbroeder.'
Gerard Reve in Schoon Schip 1945-1984 Amsterdam MCMLXXXIV p.207
'Ik heb ontdekt, dat het literair van belang is, wat een huisvrouw in een bepaald jaar, in een bepaalde portiek, verklaart aangaande de verhouding, in hoeveelheid, tussen groenten & aardappelen op een bord. Die ontdekking heeft mij jaren gekost, maar die stuur ik je gratis & voor niks, gewoon als kunstbroeder aan kunstbroeder.'
Gerard Reve in Schoon Schip 1945-1984 Amsterdam MCMLXXXIV p.207
zondag, mei 28, 2006
'Ik hoef hem nooit te verliezen, tenzij ik dat zelf verkies'
'Mijn twee grote liefdes (Wimie, Tijger) zijn niet te gronde gegaan aan mijn revisme, maar aaan mijn alkoholisme. Je zoude tegen jezelf moeten zeggen: "Ik houd van die man. Die man heeft meer voor mij over dan wie ook. Hij zit opgesloten in een voor mij vreemde wereld van mystiek, verering van de Natuur, van God, van Diens Moeder, en er zijn heel diep in hem dingen waarover hij misschien nooit met mij zal praten. Maar in zoverre hij zich kàn geven, geeft hij zich aan mij. Zijn seksuele roes is gekoppeld aan buitensporige voorstellingen, maar ik behoef slechts een paar sleutelwoorden uit te spreken en een paar knoppen van dat register in te drukken en hij behoort mij toe: ik behoef hem nooit te verliezen, tenzij ik dat zelf verkies" '
Gerard Reve in: Brieven aan Matroos Vosch 1975-1992 Amsterdam/Antwerpen 1997 p.226, 227
'Mijn twee grote liefdes (Wimie, Tijger) zijn niet te gronde gegaan aan mijn revisme, maar aaan mijn alkoholisme. Je zoude tegen jezelf moeten zeggen: "Ik houd van die man. Die man heeft meer voor mij over dan wie ook. Hij zit opgesloten in een voor mij vreemde wereld van mystiek, verering van de Natuur, van God, van Diens Moeder, en er zijn heel diep in hem dingen waarover hij misschien nooit met mij zal praten. Maar in zoverre hij zich kàn geven, geeft hij zich aan mij. Zijn seksuele roes is gekoppeld aan buitensporige voorstellingen, maar ik behoef slechts een paar sleutelwoorden uit te spreken en een paar knoppen van dat register in te drukken en hij behoort mij toe: ik behoef hem nooit te verliezen, tenzij ik dat zelf verkies" '
Gerard Reve in: Brieven aan Matroos Vosch 1975-1992 Amsterdam/Antwerpen 1997 p.226, 227
Abonneren op:
Posts (Atom)