Het bestaan van kunst is een mysterie en zal dat altijd blijven,
maar het is daarom nog niet verboden er een definitie van te geven. Mijn
definitie luidde als volgt: kunst is een gestileerd menselijk handelen (of een product
daarvan), dat een ontroering teweeg brengt.
In de definitie zijn zowel de stilering als het menselijke
van het handelen, én de ontroering, essentieel en onontbeerlijk.
Ontbreekt de stilering, dan is er geen sprake van kunst. Het
wanhopig schreeuwen van een moeder aan het bedje van haar zojuist gestorven
kind ontroert ons, maar het is geen kunst. Stileert echter die moeder haar
klacht in een lied, al dan niet begeleid door een muziekinstrument, dan is haar
handelen kunst. Het voorbeeld is rijkelijk macaber, maar het is er één dat U
bij blijft.
Ook is in mijn definitie van kunst het menselijke van het
handelen essentieel, omdat dier noch plant noch de levenloze materie kunst
voortbrengen. Dat wij de natuur schoon vinden is een andere zaak. Die schoonheid
heeft vaak tot het misverstand geleid, volgens hetwelk de kunst de natuur zoude
moeten navolgen of nabootsen. Maar dit terzijde.
Tenslotte is in mijn definitie ook de ontroering essentieel,
want is die ontroering er niet, dan is er naar ons oordeel evenmin sprake van
kunst. Vandaar de subjectiviteit van ons oordeel of iets kunst is of niet.
Gerard Reve in Zelf
schrijver worden Den Haag 1995 p.14,15