'Ik behoef niets te verzinnen. Wel heb ik in mijn werk de werkelijkheid wel eens moeten afzwakken, omdat zij ongeloofwaardiger kan zijn dan de stoutste fantasie.'
Gerard Reve, in Verzameld Werk Deel 5 Amsterdam/Antwerpen 2001 p.485
'Ik behoef niets te verzinnen. Wel heb ik in mijn werk de werkelijkheid wel eens moeten afzwakken, omdat zij ongeloofwaardiger kan zijn dan de stoutste fantasie.'
Gerard Reve, in Verzameld Werk Deel 5 Amsterdam/Antwerpen 2001 p.485
"Ze doen maar. Je werkt in een vacuüm hier, vind ik, en dat valt niet mee. En altijd dat gezeur over de 'duffe, gearriveerde kleinburger'! Wat kan men anders zijn? Ik leef, en schrijf, en profeteer in de huiskamer, en soms schrijf ik het op, en ik probeer niemand in het dorp aanstoot te geven en betaal alles op tijd, en praat met mijn mededorpelingen over het weer, het gewas, hun hoenders, konijnen en ander vee, en hoor hoe Sipke Lolkema toen ze erg ziek was, 45 jaar geleden, heel dure appels kreeg, en dat de nu in de winter van 1962/1963 doodgevroren boom in haar tuin ontsproten is aan een pit van één van de appels, die ze zag dat een kiem had, en daarom ging planten toen ze beter geworden was. Maar waarom al die herrie, en laat opblijven, en burengerucht maken, en eenvoudige hardwerkende arbeiders en kleinen neringdoenden kwalijk bejegenen?
Gerard Reve in Brieven aan Geschoolde Arbeiders Utrecht/Antwerpen 1985 p.20
Gerard Reve in: Klein gebrek geen Bezwaar
“Alles is uit de Liefde ontstaan", begon ik Tweede Prijsdier uit te leggen. "Het is niet zo, dat de Liefde één van Gods atrributen is, maar de Liefde is God zelf. Toen er nog niets was, was reeds de Liefde. Uit haar is alles ontstaan, en niets is ontstaan dat niet uit haar ontstaan is. Als niets meer zal zijn, zal nog de Liefde zijn, want de Liefde, en God, dat zijn twee woorden voor één en hetzelfde, onderling vervangbaar, en identiek. Als je het opschrijft, staat het meteen op papier ook.”
Gerard Reve, in Nader tot U Amsterdam 1966 p.85,86