zaterdag, juni 17, 2006

'Schaduw', 'geheim', 'heimwee'

" 'Schaduw', 'geheim', 'heimwee', jawel daar gaat hij weder zult U zeggen, wat een woorden allemaal; ik vind dat die man, die schrijver dus, dat die het zijn eigen af en toe wel erg moeilijk maakt. Maar daar antwoord ik, schrijver als zodanig, op: "Is dat niet gewoon mijn plicht? Ik bedoel dus de plicht van mij om een groot, een machtig boek te schrijven, van het licht maar ook van de schaduw? En van de liefde, of is die geen ernstige zaak? "

Gerard Reve, in Het Boek Van Violet En Dood Amsterdam/Antwerpen 1996 p.196

vrijdag, juni 16, 2006

’Eeuwige onderwerping in liefde'



'Het Cliché is een Godsgeschenk. Als de lezer moede begint te raken van het al te verfijnd uit de doeken doen van liefdesleed, herinneringen en schuldbesef van de held, en van al die geuren, kleuren, adjectieven en gelukte of mislukte vergelijkingen, schrijft U dan eens gewoon neder: Zoude hij dit aanbiddelijke wezen, deze duizelingwekkende blonde zeeprins ooit, al ware het slechts voor één ogenblik, mogen terugzien om dan, ja dan, in een allerlaatste kans, hem zijn eeuwige onderwerping in liefde aan te bieden?...'

Gerard Reve, Verzameld Werk deel 4 in: Zelf schrijver worden, Amsterdam/Antwerpen 2000 p.453

donderdag, juni 15, 2006

'Ik kniel wel eens neer, als niemand me ziet'



'Ik kniel wel eens neer, als niemand me ziet, sprakeloos, want ik weet niet, wat te zeggen of bij mezelf te denken. Ik zal nooit, in leven of dood, God zien 'van aangezicht tot aangezicht', en die wetenschap valt mij zwaar -soms tè zwaar.'

Gerard Reve, Brieven aan Josine M. 1959-1975 Amsterdam 1981 p.181

woensdag, juni 14, 2006

'Mooi is de natuur....'..

"Als het wonder geschied was, en je hield dan toch nog iets van iemand, dan was dat een nog groter wonder. Tranen kreeg ik ervan in mijn ogen.
'Mooi is de natuur, Woelrat.' "

Gerard Kornelis van het Reve, in De Taal der Liefde Amsterdam 1972 p.183

zondag, juni 11, 2006

Nooit was ik zo dicht bij hem geweest



'Slechts enkele meters scheidden mij van het wezen, dat ik zou willen aanbidden en waarvoor ik zou willen knielen: nooit was ik zo dicht bij hem geweest, maar nooit, in alle tijd en eeuwigheid, zou het mij vergund zijn dichter bij hem te geraken dan ik nu was.'

Gerard Reve in Oud en Eenzaam Amsterdam/Brussel MCMLXXVIII p.265
 
Tweets van @Revetwalender