donderdag, september 21, 2006

Herfstdraden



'Een paar kleine boombladeren, kennelijk door de wind meegevoerd uit een nabijgelegen park, dwarrelden neer in de binnenplaats, Ze werden op hun tocht naar beneden vergezeld door enige dunne, stofachtige draden. "Waarom kunnen ze hun stof niet aan de voorkant boven de straat uitslaan? ", zuchtte ze. "Vuile varkens."
"Hè?", vroeg John.
"Smerig tuig is het allemaal," zei ze bitter, terwijl ze omhoog keek en met haar hand een gebaar maakte naar het plafond. "Kijk al dat stof eens dat naar beneden komt! Ze nemen niet eens de moeite om te kijken of iemand zijn ramen of deuren openstaan." Opnieuw daalde er een aantal van dezelfde grijze, dunne draden neer. John volgde ze met zijn ogen.
'Dat is geen stof, Mana, ' zei hij, scherp naar buiten turend. 'Het is dat spul dat van de bomen komt.'

G.K. Van het Reve, in Herfstdraden, Amsterdam 1967 p. 35

dinsdag, september 19, 2006

Prinsjesdag 2006
'Majesteit'


"Ik leef en schrijf voor mijn volk, Majesteit.
Ik wil niet anders zijn dan de zanger van mijn geliefde land."

Gerard Reve in de Taal der Liefde Amsterdam 1972 p. 226

maandag, september 18, 2006

'Zo lief, zo rood, zo vol, maar ook zo laag'



"Mens en Kosmos

Uit het kafee gekomen, zagen we dat de Maan er weer prima bijstond
Zo lief, zo rood, zo vol, maar ook zo laag:
een kwestie van een trapleer of op iemands schouder staan, meer niet."


Gerard Reve, in Het Zingend Hart Amsterdam tweede druk 1973 p.15

zondag, september 17, 2006

'...zulk een betoverende nacht...'



"Een paar dagen was het zulk een betoverende nacht, zulke heb je ongeveer een à twee keer per week: zo helder, dat je op Gibraltar een bloempot in de vensterbank zou moeten kunnen zien, indien je ogen opties die afstand, ik denk een kilometer of acht, aankonden, en met een goede teleskoop zou je, ongehinderd door enige waterdamp of trilling, een vlieg op een raam moeten kunnen zien zitten. In zulke nachten openbaart zich God, en de Maan is dan geel, als messing, terwijl Venus niet een felle ster is, zoals bij ons, maar een heel klein maantje, ik bedoel dat zij niet twinkelt, maar duidelijk volume heeft, als je begrijpt wat ik bedoel. Ook koelt het dan heerlijk af, tot wel 26 of 27 graden Celsius denk ik. In het hotel duurt het langer, en eigenlijk kun je pas naar bed en echt je moe uitstrekken en je laken plus sprei bovenop je verdragen als het vier uur in de morgen is geworden."

gerard Reve in Brieven aan Josine M. 1959-1975 Amsterdam eerste druk 1981 p.56
 
Tweets van @Revetwalender