woensdag, maart 31, 2004

'Een soort acrobaat was ik..mateloos bewonderd en aanbeden,
maar ook fel benijd en gehaat'


'De Vorstin keek peinzend, in diepe aandacht. Buiten, in de paleistuin, had de invallende schemering zich wederom verdicht; een tedere schaduw was over alles in het vertrek nedergedaald, en de zachte, milde trekken van het gelaat van Hare Genade waren nog maar deels te onderscheiden. Het was, alsof de vallende schemer mij als het ware bevrijdde door mij onzichtbaar te maken, zodat ik vrijmoediger zou durven spreken, uit het diepst van mijn hart, zonder schaamte... Hoe moest ik Hare Genade het uitleggen, en samenvatten, mijn leven...Een soort acrobaat was ik, ja...het was waar...een trapeze-artiest en waaghals, mateloos bewonderd en aanbeden, maar ook fel benijd en gehaat...door tallozen...'

Gerard Reve, in Verzameld Werk, Deel 3 Amsterdam/Antwerpen 1999 p.175

dinsdag, maart 30, 2004

'Ja Mevrouw...dat ben ik. Een jongen van een circus'

'De Vorstin wendde haar gezicht naar mij toe, en keek mij aan. Haar gelaatstrekken waren nu bijna geheel in het schemerdonker opgelost, maar haar tedere, wijze ogen lichtten nog op in de laatste glans van het daglicht.
'Is het zo... zoals U het schildert, Mijnheer? fluisterde zij. "Gevoelt U zich zo..als was U..een jongen..van een circus?...'
Ik haalde diep adem. 'Ja Mevrouw,'sprak ik, 'dat ben ik...
Een jongen van een circus...Dat ben ik altijd geweest, Mevrouw...En dat zal ik altijd blijven, zolang als ik leef: een circusjongen..."

Gerard Reve, in Verzameld Werk, Deel 3 Amsterdam/Antwerpen 1999 p.177
 
Tweets van @Revetwalender