maandag, september 26, 2005

"Een vogel zingt om zijn Schepper te loven"



Een vogel zingt om zijn Schepper te loven. Als hij niet door het dichte struweel aan onze blik onttrokken is, zien wij hoe zijn vedertjes in bonte kleurenpracht medetrillen met zijn zang, wat mijn woorden duidelijk bevestigt.
Ik stond eens in de vroege zomeravond samen met de cultuurfilosoof Eddy Kleingeld naar zulk een vogelken te kijken en te luisteren, en deze Eddy Kleingeld had een geheel andere opvatting dan de mijne, die dan ook geheel onjuist was. Volgens hem zaten er in het dier, die vogel dus, allemaal klieren die het aan het zingen zetten om zodoende zijn gebied af te bakenen en een andere vogel tot geslachtsverkeer uit te nodigen. Ik geloofde dat niet en U gelooft het natuurlijk ook niet, maar die Eddy geloofde alles, als het maar ergens in stond, al wist hij natuurlijk niet meer in welke krant of periodiek het was. Ik zeide dus die vogel die heb helemaal geen klieren, daar is hij trouwens veel te klein voor, maar jij hebt wel klieren, gewoon in dat misvormde suikerzieke nichtenlichaam van je want je bent tegen God terwijl die vogel gewoon uit zichzelf, spontaan dus, een geheel lied voor God zingt dat niemand hem geleerd heeft, intuïtief dus, door een diepe vroomheid. Wist jij dat bijna alle vogels katholiek zijn, zelfs als ze niet zingen? Ik heb jou nog nooit horen zingen, want dat kun je niet. Wel een rare vogel, die Eddy, vindt U ook niet?

Gerad Reve, Het Boek Van Violet En Dood Amsterdam/Antwerpen 1996 p.56,57

vrijdag, september 23, 2005

'Of er een daarginds is, of niet, dat weet niemand.'

"Ik weet niet of ik het je wel geschreven heb, maar ik heb deze woorden op het kerkhof gesproken: ‘Ik herinner mij een uitlating van Gerard den Brabander van slechts enkele jaren geleden, tijdens een ietwat schemerige gedachtenwisseling over Leven, Dood en Eeuwigheid. “Als er daarginds geen kroegen zijn, interesseert het mij geen bal”, luidde toen zijn conclusie. Of er een daarginds is, of niet, dat weet niemand. Maar áls er een daarginds is, en als God liefde is, dan zijn daar ook kroegen. Amen.’ Valse pathetiek of echte pathetiek, als het maar pathetiek is. Gevoel desnoods zo vals als schuim –als het maar gevoel is. Zo denk ik erover."

Gerard Reve, in Brieven aan Frans P. 1965-1969 Utrecht MCMLXXXIV p.76

maandag, september 19, 2005

'Ons leven is slechts een droom, of schaduw'

'Alle dingen, en ook wij, zijn de openbaring Gods, en moeten als symbool gezien worden, als je begrijpt wat ik bedoel. Ons leven is slechts een droom, of schaduw, en de enige zin ervan is, dat het de droom, of de schaduw, van God is. Alleen met dat besef kan de mens gezond leven. De religie vertolkt dat besef en heeft daardoor therapeutische kracht.'

Gerard Reve, in Brieven aan Frans P. 1965-1969 Utrecht MCMLXXXIV p.75

zaterdag, september 17, 2005

Wij zijn 'alleen maar God'

'Ons leven heeft geen zin in zichzelf: het krijgt pas zin, als wij God er in herkennen. Wij zijn 'alleen maar God', om het ietwat paradoksaal uit te drukken. Alle dingen, en ook wij, zijn de openbaring Gods, en moeten als symbool gezien worden, als je begrijpt wat ik bedoel.'

Gerard Reve, in Brieven aan Frans P. 1965-1969 Utrecht MCMLXXXIV p.75

vrijdag, september 16, 2005

'De omgang met mensen is niet eenvoudig'



'De omgang met mensen is niet eenvoudig. Ik ben nu de ergste mensen kwijt, maar jij en ik zullen altijd belaagd blijven door mensen, die je weliswaar niet actief in de grond willen stampen, maar je toch graag in hun eigen moeras onder water zouden willen medetrekken, waarin zij zelf bezig zijn te verzuipen - om hulp kermend, maar in iedere uitgestoken hand bijtend. Als ze zeggen, dat niets zin heeft, dan hebben ze gelijk, maar dat geldt dan toch ook voor hun eigen gelul.'

Gerard Reve, in Brieven aan Frans P.1965-1969 Utrecht MCMLXXXIV p.75

woensdag, september 14, 2005

"Over Gods Majesteit praten, dat mag best"

Ik ben mij aan het verheffen – althans dat hoop ik – uit een Najaars Despressie. Ik zoek God, & Hij is nergens; ik schreeuw tot Hem, maar krijg geen antwoord – hoe kan het ook anders, want mijn gehele leven is zondige ijdelheid. Mijn boeken verkopen goed, maar alles wat ik geschreven heb, is geschreven tot mijn eigen verheerlijking & glorie, & niet tot viering & glorie van Zijn onbegrijpelijke, grenzenloze Majesteit. (Je moet hierover maar niet met andere mensen praten, over mijn despressie bedoel ik, want over Gods Majesteit praten, dat mag best, & dat gebeurt veel te weinig, vandaag de dag.)

Ik heb malle, maar voor mij heel wezenlijke gedachten: dat God verschrikkelijk lijdt, & door mij getroost wil worden.

Ach: elke herdruk bevat meer fouten. Ze lezen me nog tien jaar, vrijwillig, & daarna nog twintig jaar, op de scholen; & daarna noemen ze een straat naar me, & dan, inderdaad, ben ik, voor eeuwig, vergeten. Maar intussen, Geert, ik zou wel willen dat althans een paar mensen van althans een paar dingen iets begrepen. Van, bijvoorbeeld, het lijden & de twijfel van onze Verlosser zelf, aan de vooravond, maar wie leest dat?

Gerard Reve aan Geert van Oorschot, Greonterp 22 november 1966
in: Gerard Reve Briefwisseling 1951-1987 Geert van Oorschot, Amsterdam 2005 p.210

maandag, september 12, 2005

La Voix de Dieu

"Alles is groots hier, maar het allerwonderbaarlijkste is de Stilte. Soms hoor je, als je je adem inhoudt, werkelijk & letterlijk niets: niet het verre blaffen van een hond, noch het kloppen van een trein, & zelfs geen vogel of allergeringst insekt. Dat is God. (In het eerste boek, geloof ik, van Koningen, staat hoe de profeet Eliah in de woestijn verbleef, & een aardbeving & een storm doormaakte, maar in geen van beide God vond. Daarna was er ‘een stilte, als het ruisen van een koele bries’. En de profeet ‘verborg zijn aangezicht in zijn mantel’.) Noem je huis daarom La Voix de Dieu."



Gerard Reve aan Geert en Hillie van Oorschot, Vesc 12 en 13 oktober 1968

maandag, juni 20, 2005

Het ene offer na het andere

Lieve Zeejongen,

Gisterennamiddag ben ik maar eens even op de koer in de zon gaan liggen.
Heb ik niet mijn hele leven gewerkt voor mijn volk, en het ene offer na het andere gebracht?

Gerard Reve Brieven aan Matroos Vosche 1975-1992 Amsterdam/Antwerpen 1997 p.230
 
Tweets van @Revetwalender