Reisgebed
'O God. Ik sta op het punt op reis te gaan. Ik weet niet, of het misschien mijn laatste reis is. Ik wil U liefhebben. Ik hoop, dat ik onderweg niemand enig ongeluk of ander kwaad zal berokkenen. Ik wil proberen niet, of veel minder, te drinken. Ik sta voor U. Ik weet dat ik, of ik veilig zal aankomen dan wel onderweg verwonding, ziekte of dood zal vinden, altijd U toebehoor. Want in leven en sterven zijt Gij in mij, en ben ik in U. Ik ga nu weg. Vaarwel, o God'
uit: Gerard Reve, Brieven van een aardappeleter, Amsterdam 1993, vierde druk, p.94
vrijdag, februari 20, 2004
donderdag, februari 19, 2004
'Eén lange vlucht voor de Dood'
'Een mens kon zijn eigen zo gek maken als hij zelf wilde, maar wat had men daaraan? Gevaren, ja, die waren er, want het gehele leven was immers één lange en gevaarlijke reis, één bange vlucht dus, ja voor wat? Had ik dat ergens gelezen? Eén Bange Vlucht Voor De Dood? Waarschijnlijk wel, want zoiets bedacht je zelf niet, als je goed bij je verstand was.'
Gerard Reve in Het Boek Van Violet En Dood Amsterdam/Antwerpen 1996 p.225,226
'Een mens kon zijn eigen zo gek maken als hij zelf wilde, maar wat had men daaraan? Gevaren, ja, die waren er, want het gehele leven was immers één lange en gevaarlijke reis, één bange vlucht dus, ja voor wat? Had ik dat ergens gelezen? Eén Bange Vlucht Voor De Dood? Waarschijnlijk wel, want zoiets bedacht je zelf niet, als je goed bij je verstand was.'
Gerard Reve in Het Boek Van Violet En Dood Amsterdam/Antwerpen 1996 p.225,226
woensdag, februari 18, 2004
dinsdag, februari 17, 2004
'In den beginne was het Woord'
"Voor mij is het schrijven van een lange brief een magiese noodzaak. Alles boezemt mij angst en verlatenheid in, waar ik ook ben, maar ik kan de 'werkelijkheid' om mij heen door het schrijven bezweren. Zo enige regel uit de Schrift, dan is deze voor mij absoluut waar: 'In den beginne was het Woord.' "
Gerard Reve, in Brieven aan Geschoolde Arbeiders Utrecht/Antwerpen MCMLXXXV p.149
"Voor mij is het schrijven van een lange brief een magiese noodzaak. Alles boezemt mij angst en verlatenheid in, waar ik ook ben, maar ik kan de 'werkelijkheid' om mij heen door het schrijven bezweren. Zo enige regel uit de Schrift, dan is deze voor mij absoluut waar: 'In den beginne was het Woord.' "
Gerard Reve, in Brieven aan Geschoolde Arbeiders Utrecht/Antwerpen MCMLXXXV p.149
maandag, februari 16, 2004
'Alles is één'
'(Alles is één, III) of men zich nu Parijs, Lissabon, Sevilla of Harrow & Wheelstone bevindt: het ledikant met de koperen ballen, immer de vrees oproepend van eenzaam te zullen sterven; het nachtkastje met marmeren blad erop en sinaasappelschillen erin; het voor schrijven te lage en ook verder nutteloze, opklapbare tafeltje, dat hup-hup doet, omdat de vierde poot een flink eind boven de vloer blijft, wat altijd, bij het klandestien inschenken van het eerste glas rode wijn, een fikse gulp over de kledij doet gaan; het kabinetje dat noch tafel, noch burootje is, en waaraan dan ook schrijven eveneens onmogelijk is; de dubbeldeurige hangkast met spiegels, die via depressies tot reeksen van overmatige masturbatie leidt; de twee lampjes, één boven het bed en een ander aan het plafond, met soms nog een derde boven de wastafel 'die vrijwel nooit met hun drieën tegelijk kunnen branden, hoewel ze samen zelden de 75 Watt te boven gaan; en tenslotte, de reeds eerder genoemde vitrage waardoorheen, in alle steden der aarde, hetzelfde gezeefde licht naar binnen valt, waardoor Vastgebonden Jongens gemarteld zouden moeten worden, die er natuurlijk niet zijn, zeker niet in een derdeklashotel...'
Gerard kornelis van het Reve, Op Weg naar het Einde Amsterdam 1966 p.154
'(Alles is één, III) of men zich nu Parijs, Lissabon, Sevilla of Harrow & Wheelstone bevindt: het ledikant met de koperen ballen, immer de vrees oproepend van eenzaam te zullen sterven; het nachtkastje met marmeren blad erop en sinaasappelschillen erin; het voor schrijven te lage en ook verder nutteloze, opklapbare tafeltje, dat hup-hup doet, omdat de vierde poot een flink eind boven de vloer blijft, wat altijd, bij het klandestien inschenken van het eerste glas rode wijn, een fikse gulp over de kledij doet gaan; het kabinetje dat noch tafel, noch burootje is, en waaraan dan ook schrijven eveneens onmogelijk is; de dubbeldeurige hangkast met spiegels, die via depressies tot reeksen van overmatige masturbatie leidt; de twee lampjes, één boven het bed en een ander aan het plafond, met soms nog een derde boven de wastafel 'die vrijwel nooit met hun drieën tegelijk kunnen branden, hoewel ze samen zelden de 75 Watt te boven gaan; en tenslotte, de reeds eerder genoemde vitrage waardoorheen, in alle steden der aarde, hetzelfde gezeefde licht naar binnen valt, waardoor Vastgebonden Jongens gemarteld zouden moeten worden, die er natuurlijk niet zijn, zeker niet in een derdeklashotel...'
Gerard kornelis van het Reve, Op Weg naar het Einde Amsterdam 1966 p.154
zondag, februari 15, 2004
Alles wat ik over dat Ene heb gezegd...
'Dat denk ik ook,' beaam ik. 'God gaat de ene Zondag naar de katholieke kerk, en de andere Zondag gaat Hij naar de protestantse kerk.'
Terwijl ik dit zeg, bevangen mij een onbegrijpelijk verdriet, en angst, en twijfel, en ik moet denken aan alles wat ik over dat Ene heb gezegd en geschreven en geloofd en verworpen heb, in mijn verspilde leven van opgejaagde clown; wat weet ik ervan af: wie, en waar, en hoe, en òf Hij is, en naar welke kerk Hij gaat?...'
Gerard Reve in Verzameld Werk deel 3 Amsterdam/Antwerpen 1999 p.189
'Dat denk ik ook,' beaam ik. 'God gaat de ene Zondag naar de katholieke kerk, en de andere Zondag gaat Hij naar de protestantse kerk.'
Terwijl ik dit zeg, bevangen mij een onbegrijpelijk verdriet, en angst, en twijfel, en ik moet denken aan alles wat ik over dat Ene heb gezegd en geschreven en geloofd en verworpen heb, in mijn verspilde leven van opgejaagde clown; wat weet ik ervan af: wie, en waar, en hoe, en òf Hij is, en naar welke kerk Hij gaat?...'
Gerard Reve in Verzameld Werk deel 3 Amsterdam/Antwerpen 1999 p.189
Abonneren op:
Posts (Atom)