zaterdag, december 06, 2003

'Het nemende en het gevende'

"Want ik houd op mijn eigen eenvoudige wijze wel degelijk van de dood. Het klinkt nieuw maar is het allerminst, als ik wijs op het verband tussen Eros en Thanatos, waarvan Schopenhauer zeer kernachtig gewag maakt. Eros (de lichamelijke erotiek) houdt door de sexuele voortplanting Thanatos (de dood) in stand, die de dode in een volgend bestaan duwt, zodat deze vroeg of laat terugkomt bij Eros. Het rijk van Thanatos, schimmenrijk of Orkus geheten, werd door de Grieken 'het nemende en het gevende' genoemd, en is dus het reservoir van alle leven. Alles wat leeft heeft ooit reeds in die Orkus vertoefd"

Gerard Reve in Het Boek van Violet en Dood Amsterdam/Antwerpen 1996 p. 106

woensdag, december 03, 2003

Zou God enig schepsel buiten zich sluiten?

"Welke lering kunnen we uit het voorafgaande trekken? ", begon ik, maar Tweede Prijsdier schonk mij geen aandacht meer. Toch begon ik, ook zonder dat hij nog luisterde, hem te vertellen over een nacht, vele weken geleden, waarin ik, alweer wakker gelegen, opeens gedacht had dat God mij misschien buiten zich had gesloten, en waarin mijn hart, uren lang, beklemd en geperst was geworden totdat ik, tegen de ochtend, begrepen had dat het niet mogelijk was, omdat God nimmer enig schepsel buiten Zich zou sluiten: Hij kon het wel, krachtens zijn Almacht, maar die andere, zijn allerwezenlijkste eigenschap, de Liefde, maakte het onmogelijk. Aldus was God niet in staat iets te doen wat Hij wel degelijk kon, en dit was het Misterie, waarin ook de Voltooiing en Terugkeer van Alle dingen besloten lag: het was een kwestie van zien, want een kind kon de was doen.

Gerard Reve, in Nader tot U , Amsterdam 2001 p.104, 105

dinsdag, december 02, 2003

'Ongelooflijk treurig, maar toch ook erg gelukkig'



'Ik werd ongelooflijk treurig, maar toch ook erg gelukkig, terwijl ik bedacht dat ik zonder einde de Meedogenloze Jongen zou moeten nareizen, maar steeds zijn trein juist het station uit zien stomen, of ik zou aan de kade staan en hij, alweer met een op het punt zich te ontvouwen glimlach, zou aan de reling staan van het schip dat al te ver van de wal zou zijn, en ik zou voelen, hoe mij het hart, als in een verstikkende pijn, langzaam maar grondig uit de borstkas werd gescheurd.'

Gerard Reve, Nader tot U, Amsterdam 2001 53, 54
 
Tweets van @Revetwalender