zaterdag, juni 24, 2006

Kunstbroeders (4)
'Als een gedicht goed is, dan is het toch geweldig,
dat het door een miljoen mensen wordt gelezen?'


"Ik ben telefonisch niet te bereiken, maar ik krijg wel veel aangrijpende post. Ook veel van vrouwen; zeventig procent van mijn lezers zijn huisvrouwen met twee, drie kinderen..
Ik herinner me dat een jaar of wat geleden een damesblad vroeg om een hoofdstuk of een fragment. Ik voel me door dat soort dingen gevleid en dan zoek ik met de grootste zorg een representatief hoofdstuk uit, dat bovendien buiten het verband van het boek begrepen kan worden. Ik stel er een eer in dat die mensen een schrijver aanzoeken om een tekst te leveren voor een blad dat door een miljoen mensen gelezen wordt. Maar een hoop schrijvers zeggen dan: ik een verhaal in Panorama. Een gedicht in de Libelle? Maar waarom in godsnaam niet? Als een gedicht goed is, dan is het toch geweldig, dat het door een miljoen mensen wordt gelezen?

Gerard Reve & S.Carmiggelt in Gesprek , opgetekend door Max van Rooy en de redactie van het tijdschrift Menuett Amsterdam 1980 p.41, 43

vrijdag, juni 23, 2006

Kunstbroeders (3)


Hollands Diep 8 november 1975

"Kijk, je schrijft een boek en een aantal mensen kopen dat boek niet voor hun verdriet. Ze willen leesgenot verwerven en betalen daarvoor veertien-negentig. Dat is altijd nog twaalf à vijftien liter superbenzine, tenminste...Niet als Den Uyl zijn zin krijgt, dan is het twee liter. Maar die mensen willen niet gesticht worden; die willen gewoon genot hebben en ik stel er een eer in dat te bieden en meteen mijn hele ideeënwereld, mijn hele problematiek, mijn hele troep, want die moet ik toch ook kwijt. Anders word ik gek.

Gerard Reve & S.Carmiggelt in Gesprek , opgetekend door Max van Rooy en de redactie van het tijdschrift Menuett Amsterdam 1980 p.40

donderdag, juni 22, 2006

Kunstbroeders (2)


Omslagfoto In Gesprek van Philip Mechanicus

"Ik maak mijn werk toegankelijk voor iedereen die toegang wil hebben. Er zijn mensen die bewust de toegang voor de gewone man onmogelijk maken; die dat beneden hun waardigheid vinden. Maar ik vind het een geweldige winst als mijn boek in de trein gelezen wordt door een aantal mensen dat elke bladzijde, na gelezen te hebben, eruit scheurt en uit het raampje naar buiten gooit."

Gerard Reve & S.Carmiggelt in Gesprek , opgetekend door Max van Rooy en de redactie van het tijdschrift Menuett Amsterdam 1980 p.38

woensdag, juni 21, 2006

Kunstbroeders (1)


Foto: George Verkuil 1975

'Dat clownschap, snap je. De mensen moeten aan vermaak wáár voor hun geld krijgen, maar de Nederlandse mentaliteit is, dat de mensen gesticht willen worden en dat is niks voor de kunst. Als je gesticht wilt worden, moet je naar de kerk gaan.'

Gerard Reve & S.Carmiggelt in Gesprek , opgetekend door Max van Rooy en de redactie van het tijdschrift Menuett Amsterdam 1980 p.42

dinsdag, juni 20, 2006

'God is, en gaat alle verstand te boven.'

" 'God is, en gaat alle verstand te boven', begon ik Bul na enig zwijgen uit te leggen. 'Het is een teken -zo mag je het best opvatten, op mijn verantwoording. Misschien is de tijd zeer nabij.' Ik ontkurkte zuchtend de vierde fles. Een ongehoord zware golf van schaamteloze sentimentaliteit was in mij omhoog gestegen. Ik keek stil naar buiten...'

In: Gerard Reve 'Veertien etsen van Lodewijk Pannekoek voor Arbeiders verklaard', in Een Eigen Huis, Amsterdam/Brussel, MDMLXXIX, p.66

maandag, juni 19, 2006

'Men hoorde reeds het fluisteren van een langzaam zich verheffende avondbries..'



"Ons leven was een sterven. Het namiddaglicht, dat uit het grote, door goeroe B. boven de drankkast aangebrachte dakraam neerstroomde, was merkbaar begonnen te dalen en men hoorde reeds het fluisteren van een langzaam zich verheffende avondbries, die zong van een nutteloos en verspild leven, waarin niets gebeurd was."

In: Gerard Reve 'Veertien etsen van Lodewijk Pannekoek voor Arbeiders verklaard', in Een Eigen Huis, Amsterdam/Brussel, MDMLXXIX, p.64

zondag, juni 18, 2006

'..waar Liefde en Dood één worden in een eeuwig Geheim'



'Ik had ten zeerste gedachten, dat weet ik nog goed. Ik dacht eerst ik weet dat mijn Verlosser leeft. Daar begon het mede. En toen dacht ik ik weet dat mijn Bruine Liefdesprins op mij zal wachten en ik op hem, hier of aan gene zijde, waar Liefde en Dood één worden in een eeuwig Geheim. En het zal gezien worden hoe de engelen ons wassen tot wij wederom jong en schoon zijn, en ons rijstepap voeren met zilveren lepels. En de hemel gaat toe.'

Gerard Reve in Het Boek Van Violet En Dood Amsterdam/Antwerpen 1996 p. 86
 
Tweets van @Revetwalender