'Niet te geloven. Waar hebben we het aan verdiend.'
"Hiernaast is een christelijke school, met een meester-bijbelverteller, die geweldig schreeuwt, een half huizenblok ver. Hij loeit nu: EN JEZUS DIE GING DUS NAAR DIE TOLLENAAR TOE!!! HIJ KWAM BIJ DIE TOLLENAAR THUIS!!! EN DE MENSEN ZEIDEN NATUURLIIJK ALLEMAAL HOE KAN HIJ NAAR DIE MAN TOEGAAN!!! Soms wordt dit gebrul afgewisseld door hymnen, niet door de meester-bijbelverteller gezongen, maar door de klas. Per koeplet zakt dat jongkelige koor ongeveer een heel oktaaf, al heb ik geen verstand van muziek. Het zijn meest liederen over de Heer, dankbaarheid, en dat die Heer zich over ons onophoudelijk enorm kopzorg maakt. Niet te geloven. Waar hebben we het aan verdiend. Ik moet het schoolbestuur eens schrijven, dat ik die hymnen en psalmen zeer op prijs stel om te horen, maar dat ik het zo fijn zou vinden als ze eens het Ave Maria zongen van Schubert, of van Gounaud. Daar moeten toch eenvoudige zettingen van te krijgen zijn."
Gerard Kornelis van het Reve in: De Taal der Liefde, Amsterdam 1972 p.55, 56
woensdag, januari 03, 2007
dinsdag, januari 02, 2007
'Een z-z-z-zonsondergang in een s-s-s-sneeuwlandschap.'
"Scheppend kunstenaar, dat valt niet mede. Ik sprak heel vroeger wel eens vader Klatser die aan een betere samenleving bouwt, als hij nog niet in zijn hese geschreeuw gestikt is, tenminste. Hij zei een keer tegen me: 'Weet jij, wat of heel moeilijk is om te schilderen?' 'Nee?' 'Een s-s-s-sneeuwlandschap. En weet je wat of ook heel erg moeilijk is om te schilderen? Een z-z-z-zonsondergang.' (Hij stotterde ook nog) 'En weet je, wat ik nou aan het schilderen ben?' (Sprakeloze stilte) 'Een z-z-z-zonsondergang in een s-s-s-sneeuwlandschap.' "
Gerard Kornelis van het Reve in: De Taal der Liefde, Amsterdam 1972 p.55
"Scheppend kunstenaar, dat valt niet mede. Ik sprak heel vroeger wel eens vader Klatser die aan een betere samenleving bouwt, als hij nog niet in zijn hese geschreeuw gestikt is, tenminste. Hij zei een keer tegen me: 'Weet jij, wat of heel moeilijk is om te schilderen?' 'Nee?' 'Een s-s-s-sneeuwlandschap. En weet je wat of ook heel erg moeilijk is om te schilderen? Een z-z-z-zonsondergang.' (Hij stotterde ook nog) 'En weet je, wat ik nou aan het schilderen ben?' (Sprakeloze stilte) 'Een z-z-z-zonsondergang in een s-s-s-sneeuwlandschap.' "
Gerard Kornelis van het Reve in: De Taal der Liefde, Amsterdam 1972 p.55
maandag, januari 01, 2007
'Een gelukkig nieuwjaar'
Ik wens alle lezers van deze Reve Kalender
een gelukkig nieuwjaar toe. E.H
" 'Zeven, acht, negen,' telde hij bij zichzelf. Langzaam vielen de tonen van het voorspel. Daarna was er twee tellen stilte. De slagen begonnen. Buiten gingen sirenes loeien. 'Een gelukkig nieuwjaar, jongen,' zei zijn moeder, zijn vader bij de hand vattend. 'Gelukkig nieuwjaar,' zei deze. Ze kusten elkaar. 'Een gelukkig nieuwjaar, moeder,' zei Frits, toen zijn ouders elkaar hadden losgelaten. Zijn moeder trok hem aan zijn arm naar zich toe en gaf hem een kus op zijn wang en een in zijn nek. 'Een gelukkig nieuwjaar,' zei ze. Hij zoende haar op de hoek van haar mond. Terwijl ze hem nog vasthield, stak hij zijn hand uit naar zijn vader. 'Een gelukkig nieuwjaar, vader,' zei hij. "Gelukkig nieuwjaar, mijn jongen,' zei de man en drukte hem krachtig de hand, de arm fors op en neer schuddend.
Zodra Frits los was, nam hij zijn glaasje op. Zijn ouders volgden zijn voorbeeld. Ze brachten ze bij elkaar, lieten ze voorzichtig botsen en dronken. 'Appelbessen,' dacht Frits. 'Het is voorbij.' Zijn ouders gingen zitten. De radio zette een mars in."
Gerard Kornelis van het Reve De Avonden, Een Winterverhaal Amsterdam 1971 eenentwintigste druk p.191
Ik wens alle lezers van deze Reve Kalender
een gelukkig nieuwjaar toe. E.H
" 'Zeven, acht, negen,' telde hij bij zichzelf. Langzaam vielen de tonen van het voorspel. Daarna was er twee tellen stilte. De slagen begonnen. Buiten gingen sirenes loeien. 'Een gelukkig nieuwjaar, jongen,' zei zijn moeder, zijn vader bij de hand vattend. 'Gelukkig nieuwjaar,' zei deze. Ze kusten elkaar. 'Een gelukkig nieuwjaar, moeder,' zei Frits, toen zijn ouders elkaar hadden losgelaten. Zijn moeder trok hem aan zijn arm naar zich toe en gaf hem een kus op zijn wang en een in zijn nek. 'Een gelukkig nieuwjaar,' zei ze. Hij zoende haar op de hoek van haar mond. Terwijl ze hem nog vasthield, stak hij zijn hand uit naar zijn vader. 'Een gelukkig nieuwjaar, vader,' zei hij. "Gelukkig nieuwjaar, mijn jongen,' zei de man en drukte hem krachtig de hand, de arm fors op en neer schuddend.
Zodra Frits los was, nam hij zijn glaasje op. Zijn ouders volgden zijn voorbeeld. Ze brachten ze bij elkaar, lieten ze voorzichtig botsen en dronken. 'Appelbessen,' dacht Frits. 'Het is voorbij.' Zijn ouders gingen zitten. De radio zette een mars in."
Gerard Kornelis van het Reve De Avonden, Een Winterverhaal Amsterdam 1971 eenentwintigste druk p.191
zondag, december 31, 2006
De Avonden (10)
Ik vind het heerlijk om te horen,’
‘je komt ervan in een goede stemming, vind ik.’
“Hij ging naar de huiskamer. Zijn vader lag op de divan te lezen. Hij deed de radio aan. Een orgel speelde een slepende melodie. Zijn moeder kwam binnen met een schaal oliebollen………..
Het orgelspel hield op. ‘met enkele variaties van Franck besloot Piet karwiel dit orgelconcert,’ zei de omroeper. ‘U hoort nu tot negen uur een nonstopprogramma van de Hawianmelodieën.’ ‘Zachter kan in het in ieder geval,’ zei zijn vader, stond op en dempte het geluid. ‘Dat is zoiets verkeerds,’ zei Frits, ‘dat doen ze overal. Er is iets op de radio; ze moeten iets anders doen, of ze voeren een gesprek. Dan zetten ze het zachter. Ik vind: je moet luisteren of niet. Als je luistert, moet je het flink laten spelen. Net als wanneer je het zelf in de zaal hoorde.’ ‘Ik druk me heel stom en slordig uit,’ dacht hij. ‘Ben je het niet daarmee eens, vader?’ vroeg hij.
‘Wat zei je?’ vroeg zijn vader. ‘Ik vind dat de radio een wonder van techniek is,’ zei Frits. Zijn vader zweeg……..
‘Hier is Hilversum Een, de Ensejervee,’ zei een andere stem. ‘Goedenavond, waarde luisteraars. Wij verbinden u met de kerk van de Opnieuw Gevormde Gemeente te Den Haag. Voorganger is dominee K.W.Twijgzang.’
Het toestel ruiste even. Een ogenblik was er geen enkel gerucht te horen. Daarop klonk een knappend geluid en opeens dreunde het psalmgezang van een volle kerk door de kamer. ‘Ik schrik me een beroerte,’ zei zijn moeder. ‘laten we daar even een eind aan maken,’ zei zijn vader.
‘Ik vind het heerlijk om te horen,’ zei Frits, ‘je komt ervan in een goede stemming, vind ik.’
Zie ook:
Het gebed van Frits voor zijn ouders op het weblog 'De Avonden'
Gerard Kornelis van het Reve De Avonden, Een Winterverhaal Amsterdam 1971 eenentwintigste druk p.181,182,183
Ik vind het heerlijk om te horen,’
‘je komt ervan in een goede stemming, vind ik.’
“Hij ging naar de huiskamer. Zijn vader lag op de divan te lezen. Hij deed de radio aan. Een orgel speelde een slepende melodie. Zijn moeder kwam binnen met een schaal oliebollen………..
Het orgelspel hield op. ‘met enkele variaties van Franck besloot Piet karwiel dit orgelconcert,’ zei de omroeper. ‘U hoort nu tot negen uur een nonstopprogramma van de Hawianmelodieën.’ ‘Zachter kan in het in ieder geval,’ zei zijn vader, stond op en dempte het geluid. ‘Dat is zoiets verkeerds,’ zei Frits, ‘dat doen ze overal. Er is iets op de radio; ze moeten iets anders doen, of ze voeren een gesprek. Dan zetten ze het zachter. Ik vind: je moet luisteren of niet. Als je luistert, moet je het flink laten spelen. Net als wanneer je het zelf in de zaal hoorde.’ ‘Ik druk me heel stom en slordig uit,’ dacht hij. ‘Ben je het niet daarmee eens, vader?’ vroeg hij.
‘Wat zei je?’ vroeg zijn vader. ‘Ik vind dat de radio een wonder van techniek is,’ zei Frits. Zijn vader zweeg……..
‘Hier is Hilversum Een, de Ensejervee,’ zei een andere stem. ‘Goedenavond, waarde luisteraars. Wij verbinden u met de kerk van de Opnieuw Gevormde Gemeente te Den Haag. Voorganger is dominee K.W.Twijgzang.’
Het toestel ruiste even. Een ogenblik was er geen enkel gerucht te horen. Daarop klonk een knappend geluid en opeens dreunde het psalmgezang van een volle kerk door de kamer. ‘Ik schrik me een beroerte,’ zei zijn moeder. ‘laten we daar even een eind aan maken,’ zei zijn vader.
‘Ik vind het heerlijk om te horen,’ zei Frits, ‘je komt ervan in een goede stemming, vind ik.’
Zie ook:
Het gebed van Frits voor zijn ouders op het weblog 'De Avonden'
Gerard Kornelis van het Reve De Avonden, Een Winterverhaal Amsterdam 1971 eenentwintigste druk p.181,182,183
Abonneren op:
Posts (Atom)