Ik dacht aan de kans –nu ja, het was wel zeker- dat er op één zulk een ster net zulk een jongetje woonde als ik, dat net zo naar mij verlangde als ik naar hem, maar dat die eenzame lieverd, ook al zoude hij met een zaklantaren mij in morse zijn liefdesboodschap toezenden, mij nooit zoude bereiken omdat zijn signaal duizenden jaren nodig zoude hebben om de aarde te bereiken, door de traagheid van het licht.”
Gerard Reve in Zondagmorgen zonder zorgen ( Amsterdam/Antwerpen 1995 p.101 (in ‘Koop een Papegaai’, brief aan Rudi Kousbroek)