vrijdag, september 03, 2004

Niets en niemand kan hen scheiden van de Liefde Gods

'De eenzamen schrijf ik, als troost,dat God meer lijdt dan alle mensen tezamen, maar dat begrijpen ze maar zelden. Ook schrijf ik ze, dat niemand hen kan beletten een ander wezen lief te hebben -maar ook dat komt hen voor als een slag in de lucht. Dan schrijf ik ze -als ze zeuren over ouderdom en Dood - dat onze sterfelijkheid voorwaarde is van Gods eeuwigheid, en dat wij moeten sterven, opdat Hij leve.Dat vinden ze nog maller, maar als ik ze, als toegift op al die onzin nog schrijf dat niets en niemand hen kan scheiden van de liefde Gods, dat wil zeggen dat niemand, ooit, hen kan beletten God lief te hebben, dan is de maat vol, en vinden ze me een fantast en verkondiger van beuzelpraat.'

Gerard Reve, in Brieven aan Geschoolde Arbeiders,
in de brief aan professor C.J.B.J. Trimbos van 11 februari 1966
Utrecht/Antwerpen 1985 p. 111

woensdag, september 01, 2004

'Het is als met de vioolkunst'



'Mijn geschiedenis is de geschiedenis van mijn leven, het is als met de vioolkunst: je denkt bij je eigen het is een lintje, maar het zijn allemaal gewoon paardeharen.'

Gerard Reve, in Lieve Jongens Amsterdam/Antwerpen 1991 p.120

zondag, augustus 29, 2004

'Wat ik begeer is zo mateloos'



'En ik ben vaak bang voor mijn fantasieën. Wat ik begeer is zo mateloos, dat het nog in geen honderd mensenlevens vervuld zou kunnen worden. Het zijn de dingen die God Zelf Zich nog niet eens zou kunnen veroorloven. Ik moet het te gelegenertijd maar allemaal opschrijven en aangetekend aan Provinciale Staten sturen.´

Gerard Reve, Brieven aan Matroos Vosch 1975-1992 Amsterdam /Antwerpen 1997 p. 87,88
 
Tweets van @Revetwalender