vrijdag, december 14, 2007

Gerard Reve 14 december 1923- 8 april 2006

Gedicht voor mijn 39ste verjaardag

Soms zijn er dagen dat ik uren lang
niet hoef te denken aan de Dood,
maar bij mijn opstaan al
was ik vanmorgen aan de Dood gedachtig.
De lampen brandden nog--of het al avond was:
zo vroeg reeds dacht ik aan de Doden.
Des middags verscheen Michael. Ik maakte brokken brood voor hem.
Ik keek naar hem terwijl hij at, en zag zijn jeugd.
Toen hij weer weg was, dronk ik uit zijn glas,
en trok mij hijgend af.
Hoor dan mijn stem, o Eeuwige. Gedenk U toch aan mij,
die voortschrijd tussen Dood en Dood, in een begoocheling,
en in Uw tijdloos Graf reeds rust.


Gerard Reve in Verzamelde Gedichten Amsterdam 1987 p. 45

donderdag, december 13, 2007




Gedicht voor mijn zoon R.

Nu het seizoen gesloten is, de vrienden zijn vertrokken,
het water kil geworden, en de lege lucht,
bevochtigd van miljoenen tranen zwijgt,
verheft zich God in eindeloze Majesteit.


(1966)

Gerard Reve in Verzamelde Gedichten, Amsterdam 1987 p. 84

vrijdag, november 02, 2007


Allerzielen

Nadat we bij die en die gezeten hadden,
gingen we bij je weet wel nog wat drinken.
Dinges was er ook, en zong een lied
over een naamloos Graf van eeuwigheid.

Gerard Reve in Verzamelde Gedichten, Amsterdam 1987 p.54

donderdag, november 01, 2007



60 jarig jubileum van De Avonden
1 november 1947 - 1 november 2007

"Tom te tom tom, tom te tom," zong Frits in zichzelf, "het gaat slecht, verder gaat het goed."

'Waarom hadden die duisternis en die regen een verblijdende betekenis?' dacht hij. 'Daar moet ik achter zien te komen'.'In de vierde klas, bij het begin van de vakantie,' zei hij tegen zichzelf, 'we gingen naar huis en ik had een leeg krijtenkistje gekregen. Ik stond in de gang, te wachten op het eind van de regen, want ik had geen jas bij me. En elke keer snoof ik in het kistje. Het was een lucht van hout, nieuw hout, van hars en krijt. Tot zover is het duidelijk, dat zijn de feiten. Maar de samenhang?' Ik weet het,'dacht hij plotseling, 'het is eenvoudig. De laatste uren van de schooltijd moesten somber zijn, om de overgang naar de vrije dagen des te scherper te laten uitkomen.'

Gerard Kornelis van het Reve, De Avonden, Een Winterverhaal, Amsterdam 1971 eenentwintigste druk p. 24 en p.85

woensdag, oktober 31, 2007

Minuten-geluk

Ik zit, m'n benen bunglend, op de waterkant
En in een bootje hoor ik ginds een tango spelen;
Verdomd! Ik wist niet, dat er in dit land
Nog zoveel aards geluk viel weg te stelen.

Gerard Reve in Terugkeer Uitgeverij Conserve 1999 p.1947 p. 57
(herdruk uitgave 1940)

dinsdag, juni 26, 2007

Maar er gebeurt in onze moerasdelta toch nooit iets?

"Ik ben een slecht en zondig mens, maar ik heb iets, noem het maar formaat, een bepaalde grootheid van ziel, iets wat boven die door en door verdorven troep uitsteekt hoewel ik me nooit op mijn afkomst beroep of heb laten voorstaan, want er komt toch oorlog. Ja, als ooit al die blonde, even welgevormde als gemotiveerde jongeren tragisch zouden sneuvelen, bloed nederlopend langs hunne fraaie, gulzige, naar Liefde en bevrediging hunkerende monden.
Maar er gebeurt in onze Moerasdelta toch nooit iets? Huisbakken, alles, dat is tot daar aan toe, maar die Verveling! Ons kleine landje zoude eigenlijk Vervelië moeten heten. Het tikt, druppelt, zoemt, gonst er van, het zit in rijen in de wachtkamers van de bevoegde artsen, maar wat kunnen die doen zolang als de Uij Tha Nassie nog niet in het ziekenfondspakket is opgenomen? Niet tobben!"

Gerard Reve, Moedig Voorwaarts, Brieven aan Bert en Netty de Groot (19 juni 1987) Amsterdam 2007 p. 386

woensdag, juni 13, 2007




Hanny Michaelis 1922-12 juni 2007

Op 11 juni overleed op 84 jarige leeftijd Hanny Michaelis. HannyMichaelis en Gerard Reve leerden elkaar kort na de oorlog kennen en zijn van 1948 tot 1959 getrouwd geweest.

Het poesje dat die avond
toen ik nog niet wist
wat ons boven het hoofd hing,
languit op je knie lag
en zich door je liet strelen
terwijl je andere arm
me tegen je aandrukte
zodat er een zonderlinge variant
op de Heilige Familie ontstond,
likt vol toewijding haar vel.
Ze leeft gewoon door,
net als ik trouwens,
maar vermoedelijk zonder geheugen
om haar tot tranen toe te sarren.

Hanny Michaelis in Verzamelde gedichten Amsterdam 1996 p.129

woensdag, april 11, 2007



"Want de mens is ‘als gras, dat gisteren was, en morgen hooi is op de tas.’ "

" De trein, doem, doem, reed rustig voort, van sombre plaats naar droevig oord. De jongen was weg, en ik dacht dat het wel voorgoed zoude zijn. Hij is inderdaad nooit meer teruggekomen, terwijl hij daar tweeënvijftig jaar de tijd voor heeft gehad. Men huivert bij die gedachte, als men er even bij stilstaat. Zoude hij nog in dit leven zijn? Maar dan zoude hij veel minder aantrekkelijk zijn dan toen. Kaal, op zijn kop, bedoel ik, dat is wel het minste, misschien zelfs met allemaal kleine bultjes. O, die gouden jongenslokken! Hoe meer iets schittert en blinkt, hoe sneller het tot stof en as wordt, die verstuiven op de wind. Want de mens is ‘als gras, dat gisteren was, en morgen hooi is op de tas.’ "

Gerard Reve in Het Boek Van Violet En Dood Amsterdam/Antwerpen 1996 p. 189

zondag, april 08, 2007


foto E.H. april 2007

08-04-2006 - 08-04-2007

'Ik weet, dat mijn Verlosser leeft'

Ik had ten zeerste gedachten, dat weet ik nog goed. Ik dacht eerst ik weet dat mijn Verlosser leeft. Daar begon het mede. En toen dacht ik ik weet dat mijn Bruine Liefdesprins op mij zal wachten en ik op hem, hier of aan gene zijde, waar Liefde en Dood één worden in een eeuwig Geheim. En het zal gezien worden hoe de engelen ons wassen tot wij wederom jong en schoon zijn, en ons rijstepap voeren met zilveren lepels. En de hemel gaat toe.

Gerard Reve in Het Boek Van Violet En Dood Amsterdam 1996 p.86

zie ook:
http://gerardreve.web-log.nl/gerardreve/2007/04/een_bezoek_aan_.html

vrijdag, april 06, 2007

Treurzang op Goede Vrijdag

Gedachtig aan Uw Sterven heb ik lang gevast,
en al die tijd niet eens gedronken.
Zo zie je weer: bij God is alles mogelijk.
Maar toon mij toch, als oogst van dit rampzalig leven,
één regel, die de moeite waard en leesbaar was.

(1966)

Gerard Reve in Verzamelde Gedichten Amsterdam 1987 p.70

dinsdag, april 03, 2007



'Over de liefde, het lijden, de grootsheid van de natuur en de schepping..'

"Ik vermijd altijd zo veel mogelijk het onderwerp kunst, want U wilt gewoon een boek lezen, dat U verstrooiing en leesgenot schenkt: over de liefde, het lijden, de grootsheid van de natuur en de schepping, ook van dieren, maar U zit niet op cultuur te wachten, net zo min als ik. (Ziezo: ik ben echt blij dat U en ik het daarover tenminste eens zijn.)"

Gerard Reve Het Boek Van Violet En Dood Amsterdam/Antwerpen 1996 p 148, 149

woensdag, maart 28, 2007

'Niet bizonder, maar wel ongewoon.'

"Van mijn vroege jeugd is tot nu toe onvoldoende studie gemaakt. Ik heb zelf van de eerste vijf jaren van mijn leven geen herinnering behouden. Uit mijn zesde jaar zijn mij vage beelden bijgebleven van een gang, een uitzicht op een speelplaats en van de balkons van een rij huizen waarin mensen woonden die niet bestonden omdat de muren van gele baksteen waren; en dat is alles.
Decors dus, maar zonder handelende personen of geluiden. Is er in die eerste vijf jaren iets verschrikkelijks gebeurd? Het zoude mij niet verbazen als dat het geval was, maar ik weet er niets van: het onttrekt zich aan historische waarneming. Al met al heb ik een raar leven gehad, als ik erover nadenk. Niet bizonder, maar wel ongewoon, dat is misschien het juiste woord."

Gerard Reve in Het Boek Van Violet En Dood Amsterdam/Antwerpen 1996 p.71, 72

dinsdag, maart 27, 2007

' ...want alles gaat vroeg of laat tegen de vlakte.'

"Mijn belangstelling voor dood en lijkbezorging schijn ik al op jonge leeftijd verworven te hebben. Reeds lang voor mijn meerderjarigheid richtte ik de Club Van De Grafkelders op, die bedoeld was om de uitvaaart van overleden vogels en kleine dieren door waardig ritueel te regelen. De graven waren aarden piramiden of kegelvormige verhogingen waarin zich gangen en een luchtkoker dienden te bevinden. Zij zijn verdwenen want alles is omgewoeld, en overal zijn huizen gebouwd die nu gereed zijn voor de sloop, want alles gaat vroeg of laat tegen de vlakte.

Gerard Reve in Het Boek Van Violet En Dood Amsterdam/Antwerpen 1996 p.71

maandag, maart 26, 2007

'Zoiets valt nu eenmaal niet mede.'

"Toch kan het zijn dat iemand zich onwillekeurig afvraagt waarom ziet die hoofdpersoon zo tegen die begrafenis op? Is hij er soms bang voor?
Neen, dat is niet het geval, en bang ben ik niet. Het gaat hier alleen maar om rouw, diepe smart dus door het onherroepelijk heengaan van een persoon voor wie men een diepe genegenheid heeft gekoesterd en die men tevens in lichamelijke liefde heeft begeerd. Zoiets valt nu eenmaal niet mede."

Gerard Reve in Het Boek van Violet en Dood Amsterdam/Antwerpen 1996 p.70, 71

maandag, maart 12, 2007



Boekenweek 2007*


Afrekening

Het nieuwe prachtboek van de intellectueel H.M.
gaat niet over God, niet over de Liefde,
en niet over de Dood.
Het gaat over een zeepbel die uiteenspat.
Men noemt dit werk: 'sterk autobiografies.'

Gerard Reve in Verzamelde Gedichten, Amsterdam 1987 p.90

* 11 maart verkiezing beste Nederlandstalige boek aller tijden.
Harry Mulisch, De ontdekking van de hemel is verkozen tot nummer één.
Gerard Reve, De Avonden kwam op de negende plaats.

dinsdag, maart 06, 2007

Goed gemutst

"Alles opgeteld, ben ik toch wel goed gemutst. ik moet van wat doodsangst af, maar dat is een kwestie van tijd, denk ik. Als je veel ouder wordt, gaat de lol er wel af, en verlies je wel iets van die ziekelijke aanbidding van het leven, vermoed ik.
Wijzer word je niet, merk ik. Je ziet parallellen, patronen die zich herhalen, en daar leer je iets van. Maar verder blijf je even geil, naïef, verliefd enz. enz."

Gerard Reve in Brieven aan Wim B. 1968-1975 Utrecht MCMLXXXIII p.53

woensdag, februari 28, 2007

De Uiteindelijke Dingen

Wat ik eigenlijk het moeilijkste in het hele menselijke bestaan vind, is de onmogelijkheid om met iemand ook maar een serieus gesprek te voeren over wat ik zou willen noemen De Uiteindelijke Dingen. Uren, en hele nachten wordt er over schijnproblemen gepraat, maar als je, voorzichtig, begint over de zin van het menselijk bestaan, of over welke precies de relatie van de mens tot God zou kunnen zijn, dan schrikt opeens iedereen, en valt er een onthutst en medelijdend zwijgen. Toch wil je, of liever gezegd, moet je er over praten. Een paar dagen geleden, op een diner bij vrienden in Colchester, deelde ik, helemaal uit mezelf, maar desgevraagd, mede, dat onze Verlosser glorieus herrezen is van de doden en het ons mogelijk heeft gemaakt te leven, alles met een vuurrood hoofd (ik bedoel niet van onze Verlosser, maar van mij) en vol zweetverwekkende schaamte: je kan over dit soort dingen tegenwoordig beter je bek houden.

Gerard Reve in Brieven aan Ludo P. 1962-1980 Amsterdam 1986 tweede druk p.14

dinsdag, februari 27, 2007

Een zoeker

Ik sta op de rand der wereld
en roep: 'Waar zijt Gij?'
De echo antwoordt: 'Zijt gij? Gij?'

(1968)

Gerard Reve, in Verzamelde gedichten Amsterdam 1987 p. 85

maandag, februari 26, 2007


Remi en Bambi

"De winter is hier wel weemoedig. Joop kan er soms niet goed tegen.
Nu schiet mij iets te binnen. Bij het signeren in de boekhandel Allert de Lange in Amsterdam zag ik opeens op een afstandje twee jongens staan, 14 en 12 ongeveer. Dat zijn ze, dacht ik: Remi en Bambi! Ik gaf ze een Wolf met de opdracht: Voor Remi en Bambi. Van Wolf en Vos. Remi kwam een week later in Schiedam, om een vraaggesprek met mij te maken voor zijn schoolkrant. Hij heette in het leven niet Remi, maar Raymond. Toch wel eigenaardig. Zijn broertje heette niet Bambi, maar de gelatiniseerde vorm daarvan: Armand!
Ja, er sterven veel mensen, de laatste tijd. Je kunt wel opbellen of schrijven naar de Autoriteiten, maar wat kunnen die er aan doen?"

Gerard Reve in Brieven van een Aardappeleter Amsterdam/Antwerpen 1993 p.223

woensdag, februari 21, 2007

'Mijn jeugd is helemaal gedompeld geweest in politiek.'

"Als politiek boek beveel ik Hugo* Moeder en Zoon aan. Daarin, maar ook in Oud en Eenzaam staat veel over staat en revoluutsie. Mijn jeugd is helemaal gedompeld geweest in politiek. Gode zij dank heeft die niets met kunst te maken."

Gerard Reve in Brieven van een Aardappeleter, Amsterdam/Antwerpen 1993 p. 223 (* in brief aan Lien en Hugo S. 12 december 1983)

maandag, februari 19, 2007

'En God is gek op me.'

"Ik heb intussen het 3e Hoofdstuk* voltooid, vol verguldsel, paars licht, Eeeuwig onvervulde liefdesverlangens, Jongens op bromfietsen, motregen en met oude canapé kleden behangen grotten. Het leven is veel groter dan ik het ooit zou kunnen beschrijven. En God is gek op me."

*van Oud en Eenzaam (1978)

Gerard Reve in Brieven van een Aardappeleter, Amsterdam/Antwerpen 1993 p. 166, 167

zaterdag, februari 17, 2007

'Vandaar, dat de Kerk spreekt van een mysterie.'



"Het zijn angstwekkende tijden, gekenmerkt door een tot een karikatuur uitgegroeid bijgeloof: de Dood zal binnen afzienbare tijd ongedaan gemaakt worden door de mediese wetenschap; het heelal is 'gewoon uit een ammoniakwolk ontstaan' (en dat gepresenteerd als een verklaring van het zijn van het heelal!), kortom een pseudo-rationeel denken, dat in werkelijkheid even primitief is als het geloof van het kind in de ooievaar. Voorlopig vind ik een Schepping uit het niets, door Gods Wil, een heel wat aanvaardbaarder visie, al kan men zich daarbij niets feitelijks voorstellen. (Vandaar, dat de Kerk spreekt van een mysterie.)
Enfin, niet tobben."

Gerard Reve in Brieven van een Aardappeleter, Amsterdam/Antwerpen 1993 p.229, 230

woensdag, februari 14, 2007

'Verering...die ambieer ik niet'

"Ik wil het nu over verering hebben. Die ambiëer ik niet, en heb ik nooit geambiëerd. Ik heb wel eens de verdenking, dat de vereerders vaak mijn werk niet of nauwelijks gelezen hebben. Maar wat me wel goed doet, dat is iemand die opeens op straat ietwat schuchter op mij afkomt en mij 'bedankt' voor een bepaald boek van mijn hand, of voor mijn optreden in het Maria-vierluik van de Nos verrekijk."

Gerard Reve in Brieven van een Aardappeleter, Amsterdam/Antwerpen 1993 p.255

maandag, februari 12, 2007

'Als iemand door niets en niemand meer getroost kan worden...'

"Als iemand door niets en niemand meer getroost kan worden: niet door de Trooster, Die, volgens Zijn toezegging, 'Met U zal zijn tot het einde der wereld',(ik doel hier op de Heilige Geest); en evenmin door de Troosteres, Wier voorspraak bij de Zoon beslissend is (ik doel hier op de Moeder van God), als die beiden dus uitvallen...(Dit is geen critiek op die goddelijke instanties, die nimmer kunnen falen, maar het kan gebeuren, dat iemand de weg naar hen toe niet vinden kan?) Maar indien dan iemand getroost zoude kunnen worden door iets, wat ik geschreven heb, ja, wat is het dan, hoe kan dat? Mag dat?
Ik gaf het piekeren op en dacht: 'Is dat een verdienste? Neen het is een genade van God.' En daarna in vervoering: 'Ik heb niet voor niets geschreven. Ik heb niet voor niets geleefd.'"

Gerard Reve in Brieven van een Aardappeleter, Amsterdam/Antwerpen 1993 p.257

vrijdag, februari 09, 2007

'Zuipen en de rest net als vroeger.'

"Trooste, verwarme en leide ons de Geest, Die alle verstand te boven gaat, en zonder Wiens Genade wij voor altijd verloren zouden zijn. Enz. 1. geen sigaretten roken; 2. Geen of weinig zout gebruiken; 3. Waken tegen overgewicht; 4. Zorgen voor lichaamsbeweging.
'Zuipen en de rest net als vroeger.'

Gerard Reve in Brieven van een Aardappeleter, Amsterdam/Antwerpen 1993 p.120, 121

woensdag, februari 07, 2007

'Waar gaat het heen, meneer.'

"Het onderwijs is binnen tien, vijftien jaar tijds tot op de grond afgebroken. Niemand van onder de 25 kan nog Nederlands schrijven, en niemand van die generatie spreekt, schrijft of leest nog maar één enkele vreemde taal. Waar gaat dat heen, meneer."

Gerard Reve in Brieven van een Aardappeleter, Amsterdam/Antwerpen 1993 p.169

maandag, februari 05, 2007

"Enfin, met wat ik schrijf is het precies als met het Evangelie:
men dient het ernstig te nemen, maar niet letterlijk."


Gerard Reve in Brieven van een Aardappeleter, Amsterdam/Antwerpen 1993 p.29

zondag, februari 04, 2007

Brieven van een Aardappeleter
Boek van de maand februari op de Gerard Reve Kalender


Vincent van Gogh De Aardappeleters (1885)

'Want wat zien die tevreden eters er allemaal gezond uit.'

"Over de titel Brieven Van Een Aardappeleter nog het volgende: in mijn Violette Periode dronk ik meer dan echt nodig was, en te veel drinken, daar hebben wij niets aan. Maar ik bleef mijzelf verstandig voeden, want elke dag maakte ik tenminste één warme maaltijd bestaande uit in de schil gekookte (en ook genuttigde) kleine blonde aardappeltjes, bintjes dus, rauwe wortelen, en tweedehands eieren.
Ik at dit alles van een uitgespreide krant en achter een juten gordijn gezeten, zodat mijn gezondheid geen enkele schade opliep. Tevens was dit diëet een niet mis te verstane hommage aan mijn grote picturale collega Vincent van Gogh, die met profetische schildersblik het verband tussen aardappel en volksgezondheid heeft onderkend maar ook gevierd, in zijn terecht beroemde, gelijknamige doek. Want wat zien die tevreden eters er allemaal gezond uit."

Gerard Reve in Brieven van een Aardappeleter, Amsterdam/Antwerpen 1993 p.12

zaterdag, februari 03, 2007

Minuten-geluk

Ik zit, m'n benen bunglend, op de waterkant
En in een bootje hoor ik ginds een tango spelen;
Verdomd! Ik wist niet, dat er in dit land
Nog zoveel aards geluk viel weg te stelen.


In Terugkeer, Gedichten van Gerard K. van het Reve (1940)

maandag, januari 29, 2007

‘Ik dacht aan de kans,… dat er op één zulk een ster net zulk een jongetje woonde als ik…’


Le Petit Prince

“Als de mensen je teleurstellen, kijk je vanzelf naar boven, dat zit erin, en het was heel begrijpelijk, dat je over God begon, ook al door de wijn. Maar het was wel een imposant schouwspel: ik jouw hand vasthouden onder dat vuurwerk van een uitspansel, terwijl ik je moed insprak. Als ik gedronken heb, word ik zwaarmoedig, en als ik niet gedronken heb, word ik soms erg aandachtig. Ik luisterde naar wat je zeide, zo goed als dat in mijn vermogen lag, maar mijn gedachten dwaalden ver weg, omhoog, die wereldruimte in.
Ik dacht aan de kans –nu ja, het was wel zeker- dat er op één zulk een ster net zulk een jongetje woonde als ik, dat net zo naar mij verlangde als ik naar hem, maar dat die eenzame lieverd, ook al zoude hij met een zaklantaren mij in morse zijn liefdesboodschap toezenden, mij nooit zoude bereiken omdat zijn signaal duizenden jaren nodig zoude hebben om de aarde te bereiken, door de traagheid van het licht.”

Gerard Reve in Zondagmorgen zonder zorgen ( Amsterdam/Antwerpen 1995 p.101
(in ‘Koop een Papegaai’, brief aan Rudi Kousbroek)

donderdag, januari 25, 2007

Maria (2)
'Zij is bij ons, als het uur gekomen is...'


"Zij is bij ons, als het uur gekomen is, en houdt onze hand vast, en bidt voor ons. Wij sterven in Haar armen, hoe vind je dat? En hoe bang wordt het ons te moede, als wij uitsluitend zouden moeten vertrouwen op Zijn gerechtigheid en oordeel, zonder de beslissende tussenkomst van Haar, Die geen rechter is, Die niet oordeelt, Die nog nooit iemand heeft aangewezen, en aan Wie Hij niets kan weigeren? "

Gerard Reve, in Zondagmorgen zonder zorgen Amsterdam/Antwerpen 1995 p.73

woensdag, januari 24, 2007

Maria (1)
'Maar wie helpt ons door de Dood heen, als het zover is?'



foto E.H. augustus 2007

"Wat mijn gevoelens van verering voor Maria (de moeder van God, zoals je weet) betreft, heb ik vaak getwijfeld of ik wel goed bij het hoofd was. Maar tijdens het laatste bedrijf van de diavertoning zag en hoorde ik tot mijn grote geruststelling, dat iemand vele malen gekker kan zijn dan ik, er gezond bij kan blijven, en ook nog hoofd van de R.K. Kerk worden ook. Terzake eerbetoon jegens Haar gaat deze stuurman van de boot van Petrus geen zee te hoog: dit en dat, van alles en nog wat wordt aan de lopende band aan Haar, Haar Allerzuiverste Hart, ect. opgedragen en gewijd en hij staat, geknield of gebogen, om de haverklap in gebed voor Haar schrijn of beeld.
Zo moet het ook, vind ik. Want wat haalt al Zijn verlossingswerk uit zonder Haar? Hij heeft de zonde overwonnen, jawel, maar wie helpt ons door die Dood heen, als het zover is?"

Gerard Reve, in Zondagmorgen zonder zorgen Amsterdam/Antwerpen 1995 p.72,73

dinsdag, januari 23, 2007

Geneesmiddelen

Je leest het nergens, zeker niet in een Nederlandse krant, maar knoop maar in je oor, dat zo goed als alle belangrijke geneesmiddelen van katholieke oorsprong zijn, net als het revisme, dat geheel op de katholieke geloofsleer kan worden gegrondvest.
Je kunt je misschien afvragen: waarom maakt hij zich zo druk over geneesmiddelen? Omdat gezondheid de grootste schat is. Daarom benijd ik artsen wel eens, omdat ze nooit ziek zijn, en als ze ziek zijn kunnen ze zichzelf beter maken zonder dat het iets kost.

Gerard Reve, in Zondagmorgen zonder zorgen Amsterdam/Antwerpen 1995 p.97

zaterdag, januari 20, 2007

'Gerard Reve is tragisch...'

" 'Gerard Reve is tragisch. Hij is een tragisch schrijver,' moet u langzaam en bedachtzaam zeggen als er over mij gesproken wordt: dan telt u mede, en iedereen wordt stil."

Gerard Reve, in Zondagmorgen zonder zorgen Amsterdam/Antwerpen 1995 p.51

woensdag, januari 17, 2007

'Mijn schrijven is altijd voorafgegaan en doortrokken geweest van angst...'

"Mijn schrijven is altijd voorafgegaan en doortrokken geweest van angst: de angst van niet begrepen en opgesloten te worden; de angst voor de waanzin; de angst voor de Liefde; de angst voor de Dood; de angst voor het leven.
'Ja, dat leven dus: men behoort het leven monter en met een lied op de lippen tegemoet te treden, maar ik heb altijd de indruk gehad dat het leven mij achtervolgde, achternazat als het ware, en mij steeds sneller voor zich uit wilde voortjagen: "Opschieten jij! Hoe eerder het afgelopen is hoe beter."

Gerard Reve, in Zondagmorgen zonder zorgen Amsterdam/Antwerpen 1995 p.46

dinsdag, januari 16, 2007

'Overigens begrijp ik niet goed, wat je tegen God hebt...'



"Overigens begrijp ik niet goed, wat je tegen God hebt, zeker niet als je al die sterren met hun miljoenen lichtjaren bekijkt, want dat zijn het. Men kan zich niet voorstellen dat die boel eindig is, en evenmin dat die boel oneindig is, dus het zit altijd goed.
God schiep dat allemaal, vermoedelijk opdat Zijn majesteit zoude worden geopenbaard, maar dat moet ik navragen. En denk je eens in wat het gekost zoude hebben als jij dat allemaal zelf had willen maken!"

Gerard Reve, in Zondagmorgen zonder zorgen Amsterdam/Antwerpen 1995 p.101, 102 (brief aan Rudy Kousbroek)

maandag, januari 15, 2007

'Ik tors drie lasten...'

"Ik tors drie lasten: ik ben homoseksueel, ik ben katholiek, en ik ben blank. Moet ik mij daarvoor schamen? Geenszins! (Goedkeurend gemompel.)
Homoseksueel ben ik bij geboorte, en rooms-katholiek ben ik door genade: aan geen van beide is dus ene moer meer te doen. En kan men mij verwijten dat ik blank ben? Ik zoude niet weten hoe. Ik schaam mij er niet voor dat ik blank ben, en ik houd het ook niet geheim: ik zoude dat niet eens willen. (Geroep: "Die man die heb gelijk!") "

Gerard Reve, in Zondagmorgen zonder zorgen Amsterdam/Antwerpen 1995 p.29

zondag, januari 14, 2007

God in Friesland

Gij hebt Douwe Altena geschapen
En Sjoerd Brandsma,
En Abe Dooper.
Geloofd weze Uw Naam in alle Eeuwigheid.


Gerard Reve Geert van Oorschot Briefwisseling 1951-1987
Amsterdam eerste druk 2005 p.190


Vanmiddag 14.30 op Nederland 2 de documentaire:
Gerard Reve in Fryslân, deel 3 'Bijna Gelukkig'

zaterdag, januari 13, 2007

'Wie begreep dat? Wie wilde dat lezen?'

"En dan die vermenging en ineenvloeiing van de lichamelijke en religieuze erotiek, een eenheid die ik niet gezocht en ook niet uitgevonden heb, maar waarvan ik moest getuigen. Waarom? Wie begreep dat? Wie wilde dat lezen?
Het zoude nog heel lang duren voordat ik ontdekte dat al dat verschrikkelijke wat ik schreef niets nieuws en niets origineels was, maar in een traditie rustte van vele eeuwen. Alles wat nieuw en origineel is, weet ik nu, is slecht en waardeloos."

Gerard Reve, in Zondagmorgen zonder zorgen Amsterdam/Antwerpen 1995 p.44

woensdag, januari 10, 2007

Zijpaden



"Een groot deel van 's mensen levensweg bestaat uit zijpaden. Waarom, dat weet niemand."

Gerard Reve, in Zondagmorgen zonder zorgen Amsterdam/Antwerpen 1995 p.61

dinsdag, januari 09, 2007

‘Heel groot is die zon, kunstbroeder.’



“Jaren geleden zat ik op het balkon van mijn Franse kasteel, dat ik door een oppassend leven en door eigen arbeid en vlijt heb verworven, en ik keek naar de zon.
Heel groot is die zon, kunstbroeder, en in het binnenste van die zon vinden atoomeksplosies plaats, die ik weet niet hoeveel tijd nodig hebben om de oppervlakte te bereiken. Binnen heersen temperaturen van miljoenen graden (Celsius). Toch heeft God de zon eigenhandig gemaakt. Ga er maar eens tegenaan staan.”

Gerard Reve in Zondagmorgen zonder zorgen Amsterdam/Antwerpen 1995 p.78

maandag, januari 08, 2007

'De wind in de boomtoppen zingt: 'Voorbij...Voorbij...
voor eeuwig...?'




"Mijn worsteling is nooit geweest om een inhoud te vinden: ik had veeleer een teveel op het hart dan te weinig. Neen, het is altijd de vorm geweest, waarmede ik worstelde, als dat de juiste uitdrukking is. Inhoud heb ik altijd volop gehad, maar het was te veel tegelijk dat zich aandiende, en bijna alles daarvan joeg mij angst aan. Was ik gek? Zoude iemand anders het kunnen begrijpen? De geur van een Jongen zijn kleren; de tover van diens lichtval op diens haar; uniformen; het ruisen der zee; het ondoordringbare Woud, waar de Meedogenloze Jongen woont, alleen met zijn iets oudere broertje dat een vrome houthakker is en iets vermoedt van mijn mateloos verlangen.
Troost is er nergens. De wind in de boomtoppen zingt: 'Voorbij...Voorbij...voor eeuwig...? 'En ik kan het woud nooit meer uit want de stukjes brood die ik achter mij gestrooid heb zijn alle door de vogeltjes opgegeten."

Gerard Reve in Zondagmorgen zonder zorgen Amsterdam/Antwerpen 1995 p.43,44

zondag, januari 07, 2007

‘Het lot is niet uitsluitend een beperking.
Het is ook: bevrijding.’


“Lang geleden kreeg ik een boek in handen, dat diepe indruk op mij maakte. Het jaar van de Genade was 1952 of 1953, het boek heette Homosexuality en de auteur West, wiens voornaam slechts door de initiaal H. aangegeven, als ik het wel heb.
......................
Ik denk nog vaak met dankbaarheid aan West zijn boek, al ben ik het kwijtgeraakt. Want, zo dacht ik, als mijn homo zijn een genetisch gegeven is waar ik noch iemand anders wat aan veranderen kan, dan heb ik mijzelve niets te verwijten, en ben ik slechts verantwoordelijk voor mijn daden.
Het lot is niet uitsluitend een beperking. Het is ook: bevrijding. (De gewilligen laten zich door het lot leiden, de onwilligen worden door het lot medegesleurd. Dat zegt Horatius, een beroemd Romeins dichter.)"

Gerard Reve in Zondagmorgen zonder zorgen Amsterdam/Antwerpen 1995 p. 23, 26

woensdag, januari 03, 2007

'Niet te geloven. Waar hebben we het aan verdiend.'

"Hiernaast is een christelijke school, met een meester-bijbelverteller, die geweldig schreeuwt, een half huizenblok ver. Hij loeit nu: EN JEZUS DIE GING DUS NAAR DIE TOLLENAAR TOE!!! HIJ KWAM BIJ DIE TOLLENAAR THUIS!!! EN DE MENSEN ZEIDEN NATUURLIIJK ALLEMAAL HOE KAN HIJ NAAR DIE MAN TOEGAAN!!! Soms wordt dit gebrul afgewisseld door hymnen, niet door de meester-bijbelverteller gezongen, maar door de klas. Per koeplet zakt dat jongkelige koor ongeveer een heel oktaaf, al heb ik geen verstand van muziek. Het zijn meest liederen over de Heer, dankbaarheid, en dat die Heer zich over ons onophoudelijk enorm kopzorg maakt. Niet te geloven. Waar hebben we het aan verdiend. Ik moet het schoolbestuur eens schrijven, dat ik die hymnen en psalmen zeer op prijs stel om te horen, maar dat ik het zo fijn zou vinden als ze eens het Ave Maria zongen van Schubert, of van Gounaud. Daar moeten toch eenvoudige zettingen van te krijgen zijn."

Gerard Kornelis van het Reve in: De Taal der Liefde, Amsterdam 1972 p.55, 56

dinsdag, januari 02, 2007

'Een z-z-z-zonsondergang in een s-s-s-sneeuwlandschap.'



"Scheppend kunstenaar, dat valt niet mede. Ik sprak heel vroeger wel eens vader Klatser die aan een betere samenleving bouwt, als hij nog niet in zijn hese geschreeuw gestikt is, tenminste. Hij zei een keer tegen me: 'Weet jij, wat of heel moeilijk is om te schilderen?' 'Nee?' 'Een s-s-s-sneeuwlandschap. En weet je wat of ook heel erg moeilijk is om te schilderen? Een z-z-z-zonsondergang.' (Hij stotterde ook nog) 'En weet je, wat ik nou aan het schilderen ben?' (Sprakeloze stilte) 'Een z-z-z-zonsondergang in een s-s-s-sneeuwlandschap.' "

Gerard Kornelis van het Reve in: De Taal der Liefde, Amsterdam 1972 p.55

maandag, januari 01, 2007

'Een gelukkig nieuwjaar'

Ik wens alle lezers van deze Reve Kalender
een gelukkig nieuwjaar toe.
E.H


" 'Zeven, acht, negen,' telde hij bij zichzelf. Langzaam vielen de tonen van het voorspel. Daarna was er twee tellen stilte. De slagen begonnen. Buiten gingen sirenes loeien. 'Een gelukkig nieuwjaar, jongen,' zei zijn moeder, zijn vader bij de hand vattend. 'Gelukkig nieuwjaar,' zei deze. Ze kusten elkaar. 'Een gelukkig nieuwjaar, moeder,' zei Frits, toen zijn ouders elkaar hadden losgelaten. Zijn moeder trok hem aan zijn arm naar zich toe en gaf hem een kus op zijn wang en een in zijn nek. 'Een gelukkig nieuwjaar,' zei ze. Hij zoende haar op de hoek van haar mond. Terwijl ze hem nog vasthield, stak hij zijn hand uit naar zijn vader. 'Een gelukkig nieuwjaar, vader,' zei hij. "Gelukkig nieuwjaar, mijn jongen,' zei de man en drukte hem krachtig de hand, de arm fors op en neer schuddend.
Zodra Frits los was, nam hij zijn glaasje op. Zijn ouders volgden zijn voorbeeld. Ze brachten ze bij elkaar, lieten ze voorzichtig botsen en dronken. 'Appelbessen,' dacht Frits. 'Het is voorbij.' Zijn ouders gingen zitten. De radio zette een mars in."

Gerard Kornelis van het Reve De Avonden, Een Winterverhaal Amsterdam 1971 eenentwintigste druk p.191
 
Tweets van @Revetwalender