woensdag, september 14, 2005

"Over Gods Majesteit praten, dat mag best"

Ik ben mij aan het verheffen – althans dat hoop ik – uit een Najaars Despressie. Ik zoek God, & Hij is nergens; ik schreeuw tot Hem, maar krijg geen antwoord – hoe kan het ook anders, want mijn gehele leven is zondige ijdelheid. Mijn boeken verkopen goed, maar alles wat ik geschreven heb, is geschreven tot mijn eigen verheerlijking & glorie, & niet tot viering & glorie van Zijn onbegrijpelijke, grenzenloze Majesteit. (Je moet hierover maar niet met andere mensen praten, over mijn despressie bedoel ik, want over Gods Majesteit praten, dat mag best, & dat gebeurt veel te weinig, vandaag de dag.)

Ik heb malle, maar voor mij heel wezenlijke gedachten: dat God verschrikkelijk lijdt, & door mij getroost wil worden.

Ach: elke herdruk bevat meer fouten. Ze lezen me nog tien jaar, vrijwillig, & daarna nog twintig jaar, op de scholen; & daarna noemen ze een straat naar me, & dan, inderdaad, ben ik, voor eeuwig, vergeten. Maar intussen, Geert, ik zou wel willen dat althans een paar mensen van althans een paar dingen iets begrepen. Van, bijvoorbeeld, het lijden & de twijfel van onze Verlosser zelf, aan de vooravond, maar wie leest dat?

Gerard Reve aan Geert van Oorschot, Greonterp 22 november 1966
in: Gerard Reve Briefwisseling 1951-1987 Geert van Oorschot, Amsterdam 2005 p.210

Geen opmerkingen:

 
Tweets van @Revetwalender