'Ik heb hem gezocht, anders niets en niemand, nooit'.
Het is heel zonderling, want ik heb een zekere distantie gekregen van veel dingen, ik bedoel ik kan een aantal zaken niet meer belangrijk vinden, en wil alleen maar schrijven & dichten, aan de zee, in vrede, over dingen van vroeger, maar vooral over God, wat een schier onuitputtelijk onderwerp is. 'Dit is nu al 's jongelings vierde gedicht over God en steeds heeft hij nieuwe denkbeelden over dat onderwerp.' Ik wil nog eens een ingrijpend gedicht schrijven als een getuigenis dat ik van alles gedaan heb, tijdvermorsing, stompzinnig genaai, ontucht op de middagen, slechte daden jegens mensen, misleiding, bedrog en ontrouw, maar dat ik hem gezocht heb, anders niets en niemand, nooit, dat ik alleen geleefd heb uit hoop hem te ontmoeten en aan te raken en met hem mee te gaan, dat alles dwaasheid is en ijdelheid en stof en kaf en dat ik alleen maar naar hem verlang, hongerende en dorstende naar zijn Voltooiing. Nu ja.
Gerard Reve, Brieven aan Wimie 1959-1963, Utrecht MCMLXXX p.142
donderdag, maart 02, 2006
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten