Eens was ik jong en schoon.
Vrouwen die met mij dansten werden in mijn armen
medegevoerd tot duizelingwekkende hoogten.
Nu gaat er niets meer omhoog:
het enige dat stijf staat zijn mijn gewrichten.
Ach, waar zijt gij gebleven
zoete, bittere, onstuimige jeugd?
Gerard Reve in Oud en Eenzaam Amsterdsam/Brussel MCMLXXVIII p. 41
Geen opmerkingen:
Een reactie posten