'Het begon in mijn jeugd, toen hij op een middag na schooltijd op bezoek kwam. Ik had de gewoonte de korsten van mijn brood niet op te eten en toen hij binnenkwam, propte ik alles in mijn mond. Hij bracht snoepgoed en een speelgoeddraaimolen. Later begreep ik, dat hij in dienst van een winkel stond en de door ouders of andere familieleden gekochte geschenken aan huis bezorgde. Volgens het beginsel dus: niets voor niets. Dit is waarschijnlijk de koopbare, kapitalistische Sinterklaas, waarvan hierboven sprake was.
Een andere vorm is die, waarbij een oom als Sinterklaas optreedt bij de kinderen; hij is vol vrees, dat zijn stem herkend zal worden. Dit is een alleszins aanvaardbare Sinterklaas. Zijn optreden is een daad van vrijwilligheid en goedhartigheid, vrij vam zucht naar geldelijk gewin. Voordat hij komt, zingen de kinderen voor een schoorsteengat en zo het een huis met centrale verwarming is, voor een betraliede luchtkoker. Onverwachts werpt moeder uit een papieren puntzak het snoepgoed met een zwaaiende beweging over de vloer uit, zelf weer achter de deur wegschietend.
Deze beide verschijningsvormen zijn belangrijke uitersten. '
Gerard Reve in Verzameld Werk deel 6 Amsterdam/Antwerpen 2001 p. 89,90
Geen opmerkingen:
Een reactie posten