zondag, april 25, 2004

Eric verklaart de vogeltekenen (2)
Zie maar eens hoe de zon schijnt




'Als we ons in een kelderachtig vertrek bevonden, dacht hij, donker, armoedig en vochtig, en het was nacht, en de regen raasde en de wind loeide, en we zaten te wachten op een verschrikkelijke boodschap, te wachten tot ze iemand die verdronken was, druipend kwamen binnendragen, dan zouden we dicht bijeen zitten en niemand zou hard durven spreken. Maar het is helemaal geen nacht, en er is helemaal geen regen of storm. Zie maar eens hoe de zon schijnt.
Hij keek naar buiten. De zon stond nog hoog genoeg om, over het huis heen, het achterste gedeelte van de tuin te beschijnen. Een merel, of althans een vogel van gelijke grootte, huppelde daar over wat eens een grindpad was geweest, pikte driftig rond in de door regens verharde bodem en wandelde onder een groen geverfd, maar vreselijk verroest tafeltje door.
Het is wel een weemoedig gezicht, zulk een ruïneachtige tuin, dacht hij. Maar van storm of duisternis is geen sprake. Er is ook niemand verdronken, voor zover dat...'

Gerard Reve in Verzameld Werk deel 6 , Amsterdam/Antwerpen 2001 p.123, 124

Geen opmerkingen:

 
Tweets van @Revetwalender