"(Je zal, God beware je, Ghandi bijvoorbeeld als vader gehad
hebben)
We moeten in de dualiteit en in de spanning daarvan leven,
dat wil zeggen we zijn deel van het dierenrijk, en tegelijkertijd van Gods
geslacht, engelen Gods om zo te zeggen. We moeten het materiële relativeren,
zoals onze Verlosser gedaan heeft, maar stof is ook onontbeerlijk voertuig, huis,
uitdrukkingsmiddel, kortom een even tijdelijke als onvermijdelijke
gevangenschap van de Geest. Alleen door beide polen te willen aanvaarden,
kunnen we het Mysterie dienen en zijn. En zo erg is het nu ook weer niet, dat
we, wat velen zo smartelijk aandoet, ons hele leven in een halve schemer moeten
vertoeven, onmachtig om de objectieve Waarheid, die we vermoeden, anders dan
als subjectief te ondergaan. Jullie zien het, ik lul weer een flink eind weg."
Gerard Reve, in
Brieven aan Josine M. 1959-1975 Amsterdam eerste druk 1981 p. 15,16